Minister negeerde NCTV-advies om Haagse rellen expliciet ‘rechts-extremistisch’ te noemen

© NCTV

Rechts-extremisme De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding adviseerde de demissionair minister van Justitie om de rellen in Den Haag te bestempelen als ‘rechts-extremistisch’. De minister sloeg dit advies in de wind. Door vaag te blijven zou hij volgens de terrorismebestrijder „normalisering” van het gedachtegoed in de hand werken.

In weerwil van het advies weigerde de pas aangetreden Van Oosten, die tot begin deze maand burgemeester van Nissewaard was, in de Tweede Kamer om over politiek geweld te spreken. „Dat oordeel laten we bij de politie en het OM”, zei hij. Het ging, zo verklaarde hij dinsdag tijdens het vragenuurtje, „puur om het belagen van politieagenten, het vernielen van andermans bezit. Het is niet meer en minder dan dat”.

De NCTV, die belast is met terrorismebestrijding en nationale veiligheid, noemde de rellen wel onomwonden rechts-extremistisch, zo blijkt uit een dossier dat de dienst maandag, direct na de rellen dit weekend, naar de eigen minister stuurde ter voorbereiding op het vragenuur in de Tweede Kamer.

De minister zou er goed aan doen dat hardop te benoemen, adviseerde de NCTV. „Door enkel te spreken over relschoppers, tuig of hooligans, zonder de achterliggende rechts-extremistische denkbeelden te benoemen, wordt geen volledig beeld van de werkelijkheid geschetst”, schreef de dienst. „Rechts-extremistisch gedachtegoed wordt hierdoor niet geproblematiseerd, maar zelfs verder genormaliseerd.”

Ondanks dit dringende advies liet minister Van Oosten tijdens het vragenuurtje in het midden uit welke hoek het geweld kwam. Hij volgde daarin zijn partijgenoot, demissionair minister van Financiën Eelco Heinen. Die wilde zich bij WNL op Zondag ook niet uitspreken over de motieven van de geweldplegers. „Je gaat dingen politiek maken die niets met politiek te maken hebben” zei hij. VVD-partijleider Dilan Yesilgöz volgde maandagavond in het tv-programma Pauw & De Wit ook die lijn.


© NCTV