Hooikoortspatiënten lopen soms rond met zware klachten, maar ‘dat is eigenlijk niet nodig’

Hevige klachten van mensen met hooikoorts worden niet altijd serieus genomen. Daardoor lopen patiënten soms rond met zware klachten, terwijl dat helemaal niet nodig is. Experts leggen uit waar je alert op moet zijn, van op tijd beginnen met medicijnen tot precies weten waar je allergisch voor bent. ,,Met hooikoorts moet je prima kunnen functioneren.’’

De eerste berken bloeien al, vroeger dan ooit. De elzen zijn al bijna uitgebloeid. Voor honderdduizenden hooikoortspatiënten breekt het snotterseizoen weer los. En dat kan flink vervelend zijn. Want terwijl een deel zich redt met wat middeltjes van de drogist, zijn er ook mensen die letterlijk ziek worden. Ze zijn heel moe, krijgen hoofdpijn, koorts en kunnen niet naar werk of school.

Het goede nieuws is: dat zou niet nodig hoeven zijn. Allergologen zien dat hooikoortspatiënten niet altijd serieus worden genomen en daardoor niet de beste behandeling krijgen.

Zo’n 30 procent van de patiënten komt met pittige klachten bij de huisarts. Zij krijgen neusspray en tabletten voorgeschreven. Op zich goed, zegt internist-allergoloog Hanneke Oude Elberink van het UMC Groningen, maar dan moeten ze daar wel een goede uitleg bij krijgen. ,,Mensen gebruiken die medicijnen niet goed, laten zich door acute klachten leiden. Terwijl ze vooral die neusspray het hele seizoen elke dag moeten gebruiken”, verklaart ze.

[…]

Hoeveel kennis er ook is, er zullen hooikoortspatiënten blijven die zulke ernstige klachten hebben dat ze het niet redden en een verwijzing naar een allergoloog nodig hebben. ,,Het moet je dagelijks functioneren niet belemmeren. In principe moeten we alle patiënten weer op de rit kunnen helpen”, zegt Hans de Groot, allergoloog in het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft.

Immunotherapie kan bij ernstige klachten helpen

Hoe dan? Met immunotherapie. En dat geldt echt niet alleen voor de allerzwaarste patiënten, stelt De Groot. ,,Als mensen veel last hebben, dat niet elk jaar willen en ze willen in een behandeling investeren, kunnen we ze helpen.”

Zo’n 5 procent van de patiënten krijgt zo’n immunotherapie. In kleine hoeveelheden krijgen deze patiënten de pollen in hun lijf waarvoor ze allergisch zijn. Dat kan via een injectie – eerst vier maanden elke week, daarna minimaal drie jaar lang elke maand – of dagelijks een smelttablet onder de tong.