Boeren krijgen uitstel, maar Europese landbouwopgave blijft

De geplande vergroening van de Europese landbouw is nog amper van de grond gekomen, maar de toeterende boeren weten toch concessie na concessie af te dwingen.

En daar ging wéér een groene maatregel. Terwijl de grootste groep tractoren alweer naar huis was, kregen ze dinsdagochtend in Straatsburg nog een toegift. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen haalde een wet die moest leiden tot halvering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen definitief van tafel.

Het was in minder dan een week de derde Europese tegemoetkoming aan de protesterende boeren, na het opschorten van een natuurregel en het beperken van import uit Oekraïne. En toen moest het schrappen van alle verwijzingen naar het terugdringen van landbouwemissies uit een klimaatplan later die dinsdag nog komen.

Het toonde: net als in Den Haag blijkt de toeterende tractor in Brussel een politieke factor van belang. Zeker nu verkiezingen voor het Europees Parlement naderen en geen politicus bekend wil staan als kwelgeest van de Europese boer. Landbouw is nu eenmaal het terrein waar EU-beleid burgers misschien wel het meest direct raakt. Pakweg 22 procent van het boereninkomen komt uit Europese subsidies en zonder die Europese geldkraan zou het overgrote deel van de boeren het hoofd niet boven water kunnen houden.

Maar opvallend waren de concessies wel. Vooral omdat de eerder geplande vergroening van de Europese landbouw eigenlijk nog nauwelijks uit de startblokken is. Boeren zijn, zo stelde ook klimaatanalist Simone Tagliapietra van de Brusselse denktank Bruegel deze week vast op X „ironisch gezien nou juist een categorie die tot nu toe grotendeels gespaard is gebleven van Europees groen beleid”.