Ridderkerk krijgt grootste sociale houten woonblok van de regio: ‘Er komen extra huizen en bomen’

De sociale huurwoningen krijgen héél veel ramen Beeld © HA-HA design & development

Grote ramen, terrasjes bij de voordeuren, een autovrije straat en gemeenschappelijke ontmoetingsruimten. De jonge Rotterdamse architecten Nima Morkoç (30) en Matthijs van Mulligen (28) tekenden de plannen voor de transformatie van vier oude portiekflats uit de jaren 50 in Ridderkerk. Opmerkelijk detail: het worden grote houten huizenblokken, terwijl juist de prijzen van hout enorm zijn gestegen. “Het wordt het grootste houtbouwproject met sociale huurwoningen in de regio. Het moet echt aantrekkelijk worden om hier te wonen.”

Architecten Nima en Matthijs hebben hun tekeningen van de appartementen op de muur hangen. Op de schetsen veel groen en gemeenschappelijke ruimtes, waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten door bijvoorbeeld een gezellige avond te organiseren. Ook is er veel ruimte voor groen. De Hobbemastraat verdwijnt zelfs helemaal. “Uit het verkeersonderzoek blijkt dat dat kan.” De straat wordt een groene wandelplek. De parkeerplaatsen komen in de omliggende straten.

De houten woonblokken krijgen allemaal een eigen karakter met verschillende soorten gevelbekleding en ornamenten. Zodat de gebouwen, ondanks dat het seriematige woningbouw is, allemaal hun eigen uitstraling krijgen. De woningen op de eerste verdieping hebben hun eigen opgang en een overdekt terras. “Dat zie je normaal ook niet bij sociale huurwoningen. Toch is het wel mogelijk. Je kunt veel meer met sociale huurwoningen dan er nu gebeurt. “

Hybride zonnepanelen voor de bewoners

Op het dak komen hybride zonnepanelen die zowel elektriciteit als warmte opwekken. Zodat de bewoners minder geld kwijt zijn aan hun energierekening. Er komt een extra verdieping op twee gebouwen. Het aantal sociale huurwoningen neemt zo toe van 94 naar 102 woningen. Acht sociale huurwoningen erbij. De vier flats worden straks met elkaar verbonden.

Geen auto’s maar wandelen tussen de gebouwen © HA-HA design & development

Bouwen (zeker met hout) is duur

De bouw van sociale huurwoningen mag niet te veel kosten. Toch is het een houten ontwerp, ondanks de enorm toegenomen kosten ervan. “Als we alleen naar prijs zouden kijken, zou je misschien een andere keuze maken. Maar dit gaat ook over duurzaamheid”, legt projectleider Marianne Schuimer van woningcorporatie Wooncompas uit.

Bij de productie van houten huizen is de uitstoot van CO2 lager dan bij traditionele bouw. Het bouwen gaat ook sneller. Op de bouw van houten huizen is ook subsidie aan te vragen. Dat scheelt in de kosten. Daar is de woningcorporatie nu mee bezig. “Bovendien zijn alle bouwkosten gestegen. Ook die van de traditionele bouw.” Van staal, glas, beton en baksteen, tot producten als kit, kranen, pvc-buizen, tegels en dakpannen. Een stijging van ruim 9 procent in 2021, blijkt uit cijfers van het CBS.

Het hout voor de woningen komt uit Scandinavië. Het wordt daar al op maat gezaagd en naar Nederland vervoerd. De woningen worden grotendeels in een fabriek in elkaar gezet en op het terrein afgebouwd. De huizen worden gebouwd op de fundering en kelderbak van de oude flats.

Anti-krakers en Oekraïense vluchtelingen

Woningcorporatie Wooncompas is nu bezig om de huidige bewoners naar andere huizen over te plaatsen. De helft van de bewoners heeft inmiddels een nieuwe woning. De leegkomende huizen worden in de tussentijd verhuurd aan anti-krakers en Oekraïense vluchtelingen. Alle bewoners die terug willen komen, mogen dat.

“Op dit moment hebben slechts vijf bewoners gezegd dat ze terug willen komen. Voor veel mensen is twee keer verhuizen (eerst naar een tijdelijke woning en dan weer terug naar de nieuwbouw) te veel. Ze hebben liever een bestaande huurwoning die ze meteen kunnen betrekken.”