COLUMN DANKA STUIJVER

Joep de Groot, voorzitter van verzekeraar CZ, vertelde in een interview met De Telegraaf niet meer te kunnen garanderen dat de zorg altijd en voor iedereen toegankelijk is. ‘Sterker nog’, zei hij, ‘ik denk dat ik bijna de garantie kan geven dat het niet zo is’. Zonder enige reflectie op het aandeel van de zorgverzekeraars zelf in de ontstane zorgcrisis, verklaarde De Groot: ‘Het lukt niet om de wachtlijsten weg te werken. De grenzen van het zorgsysteem zijn bereikt’.

Na vele noodkreten en waarschuwingen van zorgverleners schetst nu ook de voorman van één van Neerlands grootste zorgverzekeraars een zorgwekkend maar realistisch beeld van de zorg in ons land. Steeds meer mensen zullen, ondanks het keurig betalen van de maandelijkse zorgpremie, niet meer kunnen rekenen op tijdig beschikbare gezondheidszorg. Een situatie die we al jaren kennen in de ggz en nu voor het eerst zorgbreed merkbaar wordt.

Schaarstebeleid

Wat mij stoort in het interview, is de toon van overmacht en de externe locus of control. Alsof het ons allemaal is overkomen door ‘natuurelementen’ als vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt. Nee, de huidige toestand in de zorg is in belangrijke mate het gevolg van jarenlang schaarstebeleid. Van zorgverzekeraars die hun wettelijke zorg(inkoop)plicht verzaken. En een toezichthouder, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die wegkijkt.

Onder mantra’s als ‘zinnige zorg’, ‘doelmatigheid’ en ‘passende zorg’ gaat al tien jaar de economische gesel over de gezondheidszorg. Zorgverzekeraars kregen van de politiek de opdracht om de groei van zorgkosten te beteugelen. Wel moeten zij blijven voldoen aan hun wettelijk zorg(inkoop)plicht. Dit houdt in dat ze ervoor moeten zorgen dat hun verzekerden binnen een redelijke tijd en reisafstand toegang hebben tot alle zorg uit het basispakket.

Steeds vaker klonken echter de geluiden van zorgaanbieders die moesten tekenen bij het kruisje op wurgcontracten, met nauwelijks kostendekkende tarieven en jaar na jaar een verlaging van de hoeveelheid zorg die vergoed wordt (het zorgplafond). Dit heeft geleid tot verschraling van zorg, wachtlijsten en een financieel noodlijdende zorgsector. In 2014 en 2015 werden vanwege deze bezuinigingen nog grote groepen zorgverleners ontslagen. De stijgende zorgvraag moest efficiënter worden opgevangen. Met zo min mogelijk zorgverleners dus. Dat resulteerde in een veel te hoge werkdruk, stijgend ziekteverzuim en de inmiddels welbekende exodus van zorgpersoneel.

Besloten werd tot het sluiten van ggz-instellingen en bejaardentehuizen. Dure zorg moest worden verplaatst naar de goedkope thuissituatie, waar de nodige zorg vaak helemaal niet beschikbaar was. Daarbij is het meest stuitend dat verzekeraars honderden miljoenen euro’s, begroot voor de zorg, op de plank hebben laten liggen. Daarmee is roofbouw gepleegd op die sectoren waar de situatie het nijpendst is. En dit alles onder een wegkijkend oog van de NZa.

Kaalslag

Onder het mom van het betaalbaar houden van de zorg hebben zorgverzekeraars kaalslag gepleegd. Wachtlijsten zijn niet ontstaan vanuit overmacht, maar gecreëerd. Het ergste vind ik misschien nog wel de reclame voor wachttijdbemiddeling. Alsof het een geweldige service is dat mensen op reis mogen naar een plek waar het laatste restje zorgbudget beschikbaar is.

In Scandinavische landen koopt de regionale overheid zelf de zorg in bij zorginstellingen. Wanneer patiënten niet binnen de afgesproken maximale termijn terecht kunnen bij gecontracteerde zorginstellingen, mogen zij naar een zorginstelling buiten de regio of een privékliniek. Op kosten van de regio. Die garantiestelling vinden ze in deze landen vanzelfsprekend. Waarom zou je immers zorgpremie afdragen als je op het moment dat je zorg nodig hebt geen zorg krijgt?

In Nederland lijken we het juist doodnormaal te vinden dat zorgverzekeraars hun zorg(inkoop)plicht verzaken. Door structureel te weinig zorg in te kopen en het niet uitgeven van beschikbaar budget. Maar ook door het geruisloos laten verdwijnen van de restitutiepolissen, waarmee een barrière wordt opgeworpen om naar een zorgverlener te gaan waar de verzekeraar geen contract mee heeft.

Bodem

Het zorgsysteem moet op de schop, zegt minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid. Daarvoor zullen we moeten beginnen met een herverdeling van machten, plichten en (maatschappelijke) verantwoordelijkheden. CZ, die samen met drie andere zorgverzekeraars de premie-inkomsten int bij bijna 90 procent van de Nederlanders, geeft haar wettelijke zorgplicht alvast terug aan de minister. Precies op het moment dat de grens van het schaarstebeleid en de bodem van de zorg in zicht komen.

De burger blijft ondertussen zitten met een verplichte zorgpolis die steeds minder toegang biedt tot tijdige zorg en daarmee langzaam maar zeker verandert in een zorgwoekerpolis.

Danka Stuijver werkt als huisarts.