‘Medewerkers in de ouderenzorg vormen een aparte klasse, ze komen niet meer rond en raken in de schulden’
Ouderenzorg Lage lonen, hoge werkdruk en racisme drukken medewerkers in de langdurige ouderenzorg naar de marge, zegt onderzoeker Saskia Duijs. „We moeten kritisch kijken naar de politieke keuzes die dit in de hand werken.”
Een inkomen waarvan je niet of nauwelijks kunt rondkomen, en een gezondheid die lijdt onder je werk – medewerkers uit de langdurige ouderenzorg (thuiszorg, verpleegzorg) zitten vaak in een kwetsbare situatie. Voor wat aanvullende inkomsten hebben deze mensen – meestal vrouwen – er vaak een baan bij of draaien ze extra diensten. Dat stelt Saskia Duijs, van het academische ziekenhuis Amsterdam UMC, in het proefschrift waarop ze op 17 maart is gepromoveerd. Haar onderzoek richt zich op de impact van bestaansonzekerheid – die financieel kwetsbare situatie met onder meer negatieve invloed op de gezondheid dus – van werknemers in de langdurige ouderenzorg.
Om meer controle te hebben over het eigen rooster, in de hoop de werkdruk zo iets te verlagen, worden zorgmedewerkers in loondienst steeds vaker zzp’er, zelfstandige zonder personeel. Het aantal zelfstandigen in de zorg nam toe van 100.000 in 2017 tot 144.000 vorig jaar, blijkt uit cijfers van het CBS. Maar wie zzp’er wordt, verruilt niet zelden het ene probleem voor het andere. Zo moeten zzp’ers zelf hun pensioen, verzekeringen en belastingafdracht regelen. Duijs: „Wie dat niet scherp heeft, of opeens minder inkomsten heeft doordat veel diensten worden afgezegd, kan in de schulden belanden.”
Een van de managers die ik sprak zei: we hebben onszelf na de bezuinigingen van 2015 toegestaan slechte werkgevers te worden
Vakbond FNV herkent dat medewerkers in de langdurige ouderenzorg moeite hebben met rondkomen. „Bij een flink aantal zorgmedewerkers hebben schuldeisers beslag op het salaris gelegd”, zegt een woordvoerder van vakbond FNV Zorg & Welzijn. „De zorgbonden zijn met werkgevers in de sector in gesprek over dergelijke financiële problemen.”
Veel werknemers in de ouderenzorg hebben lage lonen en ‘kleine contracten’; ze werken bijvoorbeeld 18 of 24 uur per week. Uitbreiding tot voltijdbanen maakt de situatie niet per se minder precair, volgens Duijs. „Dat houdt niet iedereen vol, omdat het werk zo zwaar is. Dan heb je het financieel misschien iets beter, maar staat je gezondheid onder druk. Gezondheid is óók onderdeel van bestaanszekerheid.”
Vaak nemen medewerkers in de ouderenzorg ook in hun persoonlijke leven veel zorgtaken op zich, als ouder of mantelzorger bijvoorbeeld. „Je ziet dat het een zorgzame groep is. Dat maakt het ook een kwetsbare groep.”