Miljoenen kilo’s extra stikstof, doordat boeren illegaal land innemen
Boeren die hun kavelgrenzen oprekken en een paar meter extra bemesten of spuiten. Het klinkt marginaal, maar het kan per gemeente om tientallen hectaren gaan, zeggen ingewijden tegen NU.nl. Slechte controle van kavels leidt bovendien tot mestfraude, met mogelijk “miljoenen kilo’s” extra stikstof en fosfaat. “Het is illegale zwarte mest.”
Geen mest en landbouwgif meer in de laatste paar meter tussen akker en sloot. Met die vanaf 1 maart verplichte bufferstrook moet de Nederlandse waterkwaliteit herstellen.
Boeren zijn er niet blij mee, want elke meter land is omzet. Daarom bestaat ook het omgekeerde probleem: boeren die voorbij hun kavelgrens juist een paar meter meer maaien, bemesten, spuiten of ploegen.
Landjepik wordt het genoemd. “Je ziet het heel vaak”, zegt bermonderzoeker Benno te Linde tegen NU.nl. “Vooral in drogere gebieden, waar geen slootje ligt tussen de akker of het weiland en de weg.”
Tientallen hectares gemeenschapsgrond kwijt
Hoe groot is het probleem? Gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht hun grond te beschermen. Maar omdat ze weinig handhaven, ontbreken ook harde cijfers.
Toch kan het vooral op de zandgronden flink oplopen, zegt Raymond Meussen van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC). “Het gaat daar al gauw om tientallen hectares per gemeente, die sluipenderwijs bij aanpalende landbouwpercelen zijn getrokken. Soms zijn metersbrede bermen verdwenen.”
Gemeenten durven de confrontatie vaak niet aan, denkt Meussen. “Even een metertje berm mee spuiten. Geen haan die ernaar kraait.” Hij ziet het als een handhavingsprobleem van de overheid. “Die is wettelijk verplicht haar eigendom te beschermen. Het is pure laksheid.”
En waar gemeenten wel bermen terugvorderen, leidt dat vervolgens vaak tot conflicten. “Brutale boeren trekken de palen er soms zo weer uit. Het vergt behoorlijk wat onverzettelijkheid van het ambtelijk apparaat.”
[…]
Aantal wilde planten in tien jaar gehalveerd
De gevolgen zijn vooral voor de natuur. Sinds grasland sterk bemest wordt en akkers bespoten, zijn akkerbloemen als korenbloem en klaproos en weidebloemen als beemdkroon en margriet grotendeels uit het boerenland verdwenen.
Het laatste toevluchtsoord voor de honderden wilde kruiden die in het boerenland voorkwamen zijn daarmee de overgebleven randen in het landschap, zoals wegbermen. Die zijn daardoor ook van groot belang voor bijvoorbeeld bijen en vlinders.
Die toevluchtsoorden staan sterk onder druk, zegt Te Linde. Lopend langs bermen is hij met een collega al ruim een jaar bezig met het herhalen van een planteninventarisatie in de Achterhoek uit 2011. “De resultaten zijn schrikbarend. De plantensoorten van voedselarme bodems zijn in slechts tien jaar tijd ruim gehalveerd.”
Toch is herstel van wilde planten in bermen wel mogelijk, zegt Te Linde. Dan moeten gemeenten en provincies de regie terugkrijgen, maaisel afvoeren en zeker niet bemesten. De concentratie stikstof kan dan weer langzaam beginnen te dalen, een voorwaarde voor de terugkeer van bloeiende wilde kruiden.