Reinier van Zutphen Nationale Ombudsman

Het sociaal minimum is te laag, concludeert de Nationale Ombudsman. „De overheid kan niet meer het basale geven.”

‘We zijn door de bodem gezakt.” Reinier van Zutphen, de Nationale Ombudsman, ziet het al langer. Een van de fundamenten voor een beschaafde samenleving – dat niemand gebrek hoeft te lijden – wankelt. „De overheid is niet meer in staat om mensen het basale te geven. Wat nodig is om je kinderen met een volle maag naar school te sturen, je huur te betalen, het gas, het licht.”

Dit probleem is niet nieuw, zegt hij. Het speelde al voordat de prijzen zo extreem hard gingen stijgen. Maar het is nu wel erger én zichtbaarder geworden. „We hebben lang het idee gehad: het moet allemaal zo minimaal mogelijk. Maar dat gaat niet langer.”

Deze maandag, op Wereldarmoededag, publiceert de Nationale Ombudsman een rapport over mensen die moeten rondkomen rond het bestaansminimum: werklozen in de bijstand, mensen met een handicap die alleen een kleine deeltijdbaan kunnen doen, ouderen met een onvolledige AOW-uitkering, vluchtelingen die net hun verblijfsstatus hebben.

Zijn hardste conclusie: het sociaal minimum is te laag. Dat is het bedrag dat volgens de overheid minimaal nodig is om van te leven. En dat bepalend is voor de hoogte van de bijstandsuitkering, die nu netto 1.100 euro is voor een alleenstaande.

[…]

De Ombudsman vindt overigens óók dat het voor mensen rond het bestaansminimum vaak niet lonend is om te gaan werken. Hij wijst vooral op „pervers werkende systemen”. „Mensen met een beperking dúrven bijvoorbeeld vaak niet deel te nemen aan de arbeidsmarkt.”

Door hun handicap kunnen zij vaak alleen in deeltijd werken. Ook zijn ze veelal afhankelijk van onzekere flexcontracten, soms met wisselende uren. Dat leidt tot onzekerheid: hoe wordt het loon verrekend met de uitkering? Worden er toeslagen teruggevorderd? „Iedereen wil dat deze mensen meedoen. Dat verhinder je als zij steeds moeten nadenken: als ik ga werken, wat gebeurt er dan?”