‘Armoede is er niet ondanks maar dóór onze welvaart’, zegt Pulitzerprijswinnaar Matthew Desmond
Hoogleraar Princeton
Rijke landen zijn prima in staat armoede uit te roeien, betoogt de Amerikaanse socioloog en hoogleraar Matthew Desmond in een veelbesproken boek. Dat we dat nog nooit gedaan hebben, zegt iets over onszelf.
Het pokkenvirus uitroeien, de kindersterfte decimeren, de gemiddelde levensduur opkrikken: de mensheid heeft veel voor elkaar gekregen, de laatste vijftig jaar. Hoe is het dan mogelijk, vraagt de Amerikaanse hoogleraar sociologie Matthew Desmond (Princeton) zich af, dat armoede nog steeds bestaat, en dat het zelfs in rijke westerse landen niet is uitgebannen? Kúnnen we dat niet? Of wíllen we het niet?
In zijn nieuwe boek Poverty, by America schrijft Desmond dat er maar één conclusie mogelijk is: het is onwil. Hij richt zich vooral op de Verenigde Staten, waar zijn boek nu veelbesproken is. Maar zijn belangrijkste conclusies gelden net zozeer voor rijke westerse landen als Nederland, zegt hij in een videogesprek met NRC. Rijke landen hóéven geen armoede te kennen, volgens Desmond. Het in stand houden ervan „is altijd een beleidskeuze en een morele keuze van een samenleving”.
Boeken over armoede zijn meestal boeken over armen, schrijft Desmond in zijn boek. En hoewel zulke boeken leerzaam zijn, kunnen ze één vraag niet beantwoorden: waarom? Waarom is er nog steeds armoede? Zijn boek gaat daarom over de niet-armen: hoe zij het probleem mede in stand houden en kunnen bijdragen aan een oplossing.
„De armoede in ons land”, zegt Desmond in het videogesprek, „is er niet ondanks onze welvaart, maar dóór onze welvaart.” Amerikanen en Nederlanders kunnen relatief goedkoop boodschappen doen, bezorgmaaltijden bestellen of pakketjes laten bezorgen dankzij onderbetaalde werkenden. En wie een stabiele baan heeft, profiteert op een tweede manier van lage lonen. De hogere winsten die bedrijven maken dankzij die lage lonen, komen deels ten goede aan werknemers, via de beleggingen van hun pensioenfonds. Zo bouwen welgestelde burgers „welvaart op”, zegt Desmond, „over de rug van de werkende armen”.
Onwil of onverschilligheid?
In zijn boek doet Desmond daar vergaande uitspraken over: het is de wil van een deel van de samenleving, schrijft hij, dat armoede blijft voortbestaan. Denkt hij dat dit actieve onwil is? Of eerder onverschilligheid? „Een beetje van beide”, zegt hij. In de Verenigde Staten ziet hij hoe rijken maar weinig in aanraking komen met armoede. „Als je naast andere rijken kunt wonen, en je kinderen naar scholen met andere rijke kinderen kunt sturen, dan kun je het gevoel krijgen dat het land prima functioneert. Dat kan leiden tot onverschilligheid, maar ik denk niet dat het een excuus kan zijn.”
Armoede kan ook blijven voortbestaan, zegt hij, doordat midden- en hoge inkomens veel overheidsgeld opeisen. Geld dat ook naar lage inkomens had kunnen gaan. Alleen al afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, die ook in de VS bestaat, zou al veel geld vrijspelen, zegt Desmond. „De hypotheekrenteaftrek doet helemaal niets om de aankoop van een huis voor lage inkomens dichterbij te brengen. Integendeel: het maakt koophuizen juist duurder.”
Het idee voor zijn nieuwe boek ontstond toen Desmond tijdelijk in een trailerpark woonde in Milwaukee, een stad ten noorden van Chicago. „De huurders daar waren arm, heel arm”, zegt Desmond. „Sommige van mijn buren zamelden flessen in voor het statiegeld.” Hij zat er voor zijn vorige, met een Pulitzerprijs bekroonde boek Evicted, waarin hij de vele uithuiszettingen in de VS een menselijk gezicht gaf.
De eigenaar van het trailerpark liet Desmond zijn financiën zien. Desmond: „Eerst dacht ik: waarom zou je een trailerpark willen kopen in Milwaukee, de op drie na armste stad van de VS? Kun je dan niet beter aandelen kopen? Maar toen zag ik dat hij jaarlijks 400.000 dollar verdiende, op 131 trailers. Wat hem in de 5 procent hoogste inkomens in de VS bracht.”
Snapte u hoe dat mogelijk is? Dat iemand zoveel geld wil verdienen aan mensen die om hem heen in armoede leven?
„Nou, hij woonde dus niet eens in Milwaukee: hij kwam af en toe aanrijden in zijn prachtige zwarte Cadillac. Dan bleef hij even, stemde wat af met huurders, deed wat reparaties en reed weer weg.
„Maar zoveel verschilt hij niet van jou en mij, hè? Het is misschien wat directer, maar wij profiteren óók steeds weer van arme mensen. Met schoenen die zo goedkoop zijn doordat mensen onderbetaald zijn. Of als we denken: het slaat nergens op dat ik dit belastingvoordeel krijg, maar het geld is toch mooi meegenomen.”
Moeten welgestelden zichzelf kwalijk nemen dat armoede nog bestaat?
„Ja, absoluut. En we moeten allemaal uitzoeken hoe wij verbonden zijn met het probleem. Want op die manier zijn we ook verbonden met de oplossing.”
Donderdagavond geeft Matthew Desmond een lezing over zijn boek bij het John Adams Institute in Amsterdam, vrijdagavond in De Dépendance in Rotterdam.