Verhalen op gevels, woningen van slavenhandelaren: het koloniale verleden van Amsterdam belicht
Altijd al willen weten welke slavenhandelaar vroeger woonde in de ambtswoning van de burgemeester? Of hoe groot in 1630 de gemeenschap van vrije zwarte Amsterdammers was? Donderdag lanceren het Stadsarchief en het stadsdeel Centrum een luistertour door het koloniale verleden van Amsterdam.
Op de stoep van de Prins Hendrikkade laat Emma Sow haar verbeelding de vrije loop. Ze kan haar verbazing nog steeds moeilijk onderdrukken. Daar, aan de overkant, zegt ze, daar was dus niks. Nou ja, niks, in het water lagen in de zeventiende eeuw de schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), klaar om via het IJ naar de Zuiderzee en verder te varen.
Ze staat op de oude Peperwerf, vernoemd naar de grote hoeveelheid peper die in de pakhuizen op de werf werden opgeslagen, afkomstig uit wat nu Indonesië is, waar het meestal werd verbouwd door slaafgemaakten. In totaal werden er 219 schepen gebouwd. Sommige werden later omgebouwd tot slavenschip, ‘slavenhaalders’. Op een poortje naast een van de twee overgebleven pakhuizen is nog een bordje te zien met VOC erop, en een A van de stad Amsterdam.
Plekken krijgen andere betekenis
Sow, opgegroeid in Amsterdam en als historicus werkzaam aan de Universiteit Leiden, deed voor het Stadsarchief en het stadsdeel Centrum onderzoek naar plaatsen die ons iets vertellen over het koloniale verleden van de stad. Ze zijn verzameld in de luisterroute Achter de Gevels, een audiotour door de binnenstad, die er, aldus stadsdeelbestuurder Lotte Terwel, voor moet zorgen ‘dat plekken waar we eerst gedachteloos voorbijliepen, nu een andere betekenis krijgen’.Er is een korte route van een uur voor families en kinderen en een lange van twee uur voor volwassenen en studenten. De start is bij het Stadsarchief in De Bazel aan de Vijzelstraat, dat honderd jaar geleden werd gebouwd als hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Op de gevel, ter hoogte van de vijfde verdieping, staan nog de beelden van Jan Pieterszoon Coen, Herman Willem Daendels en Johannes van Heutsz, drie mannen die in Indonesië een spoor van bloed achterlieten – zie hieronder de drie foto’s van het © Stadsarchief Amsterdam
Sow: “Het laat ons zien dat het kolonialisme niet alleen een zaak was van rijke handelaren, maar ook van gewone mensen die een sigaar rookten, een kopje koffie dronken en daar een schep suiker in deden.”