Na vijf jaar is het zover: Rotterdam gaat als eerste in Nederland C02 opslaan onder Noordzee
Rotterdam is als eerste in Nederland begonnen met de aanleg van ondergrondse CO2-opslag. Dit weekend werd een begin gemaakt met de aanleg van pijpleidingen die de CO2 in gasvorm richting hun permanente opslag brengen. Over twee jaar moet op die manier een flink deel van de uitstoot van Shell, Exxon, Air Products en Air Liquide onder de Noordzee worden opgeslagen in een leeg gasveld.
Na jarenlange discussie zijn de eerste werkzaamheden begonnen van project Porthos; het eerste van zijn soort in Nederland. Via leidingen en een compressorstation wordt de C02 afgevoerd naar een platform op zee, dat de CO2 in lege gasvelden kilometers diep onder de Noordzeebodem pompt.
Al in 2019 kondigen grote chemiebedrijven in Rotterdam, zoals Shell en Exxon, aan te willen meewerken aan de permanente opslag van het broeikasgas CO2. De Rotterdamse haven is een van de grootste vervuilers van Europa en staat al jaren voor de uitdaging om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Kostbaar project
Van de totale Nederlandse CO2-uitstoot komt twintig procent uit de Rotterdamse haven. Volgens cijfers van het Havenbedrijf Rotterdam ging het in 2022 om zo’n 22,5 megaton. Door de ondergrondse opslag kan dat met tien procent worden verminderd. Het gaat om 2,5 megaton per jaar gedurende vijftien jaar. In totaal kan er 37 megaton CO2 worden opgeslagen.
De gasvelden liggen zo’n twintig kilometer uit de kust, maar uit een rapport naar de kosten van project Porthos van de Rekenkamer blijkt dat het gasveld nog niet helemaal leeg is. Dat kost het project tientallen miljoenen euro’s meer dan gepland omdat de eigenaar van het gasveld gecompenseerd moet worden.
Porthos pakt sowieso fors duurder uit dan de bedoeling was, berichtte NRC onlangs. De kosten werden in eerste instantie geschat op een half miljard, inmiddels is de begroting 1,3 miljard euro. Dat heeft volgens betrokkenen te maken met de forse inflatie en stijgende materiaalkosten.