Lukt minder vlees eten en vliegen niet? Dan heeft Nederland controversiële maatregelen nodig om klimaatneutraal te worden

surprise food ©public domain @pikist.com

Om de klimaatdoelen te bereiken, moet een zwaar pakket maatregelen worden ingezet. De enige andere optie is gedragsverandering, stelt het Planbureau voor de Leefomgeving.

Als Nederlanders niet bereid zijn minder vlees te eten, minder te vliegen en te consumeren, dan kan Nederland het zich niet veroorloven controversiële maatregelen uit te sluiten om klimaatneutraal te worden in 2050. Dat concludeert onderzoeksinstituut het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een studie die deze woensdag is gepubliceerd. PBL stelt dat de politiek zich blindstaart op de doelen voor 2030, wat Nederland in de jaren daarna serieus in de weg kan zitten.

In de studie heeft PBL gekeken hoe Nederland zonder grote gedragsverandering klimaatneutraal kan worden. Dat is „technisch” mogelijk, maar dan zijn alle mogelijke maatregelen nodig om het kabinetsdoel te halen. Ook controversiële maatregelen, zoals het grootschalige gebruik van de opslag van CO2 in gasvelden onder de Noordzee of in sommige gevallen nog het gebruik van gas (waarvan de CO2-uitstoot wordt opgevangen), zijn dan bittere noodzaak. „Klimaatneutraal is niet synoniem met fossielvrij.”

De manier waarop Nederland klimaatneutraal zal worden, hangt volgens PBL in grote mate van twee zaken af. Allereerst in hoeverre waterstof en zogeheten biobrandstoffen (voor de scheep- en luchtvaart) beschikbaar zijn. Nederland is hierbij in grote mate afhankelijk van andere Europese landen. Daarnaast speelt een rol of de regering het belangrijk vindt of Nederland in 2050 opereert zonder fossiele brandstoffen.

Zijn er weinig grondstoffen beschikbaar én kiest Nederland voor de fossielvrije route, dan is klimaatneutraliteit in 2050 „onmogelijk”, concludeert PBL. Als fossiele energie een optie blijft en er veel grondstoffen beschikbaar zijn, dan leidt dat tot de goedkoopste route naar klimaatneutraliteit. Toch is het „risicovol”, schrijft het PBL, om van tevoren erop te gokken dat zo’n „ruime beschikbaarheid” er komt, omdat Nederland afhankelijk is van import van dit soort grondstoffen.

Vasthouden aan sommige doelen, zoals een elektriciteitsvoorziening zonder CO2-uitstoot in 2035 (een kabinetsdoel) of het fossielvrij maken van Nederland in 2050 (een wens van klimaatactivisten), kan volgens PBL „contraproductief” werken. Want het risico is dat schaarse middelen (zoals waterstof) worden ingezet in sectoren die alternatieven hebben, terwijl de industrie afhankelijk is van waterstof om te vergroenen. Bovendien moet Nederland om echt fossielvrij te worden grootschalig gebruikmaken van CO2-opslag en schaarse grondstoffen, wat het voor andere landen moeilijker maakt om te verduurzamen.