Opinie: De seniorenpas staat een andere kijk op ouderdom in de weg

89 is niet oud 2018 – © Mirjam Vissers Artworks -met genereuze toestemming van de kunstenares

Voor de ‘dubbele vergrijzing’ van de Nederlandse bevolking zijn nieuwe oplossingen nodig, gezien de tekorten op de arbeidsmarkt – met name in de zorg. Dat vergt wel eerst helderheid over op welke leeftijd je ‘oud’ bent.

In januari bracht de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 een langverwacht rapport uit met aanbevelingen voor de overheid hoe in te spelen op de veranderende bevolkingssamenstelling van Nederland. De gevolgen van de vergrijzende Nederlandse samenleving zijn onomstreden: vergrijzing zal hardnekkige arbeidsmarkttekorten creëren en een stagnerende arbeidsproductiviteit is aanstaande.

Ook publieke voorzieningen komen onder druk te staan, zoals de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. Het rapport spreekt over een ‘dubbelgrijze’ toekomst van Nederland, waarmee de urgentie voor handelingsperspectieven verder wordt benadrukt.

Het onderzoek gaat echter voorbij aan de cruciale conceptuele vraag: wanneer is iemand oud? Deze vraag krijgt extra gewicht met oog op het jaartal 2050, waarop het rapport zich richt. Hoewel in onderzoek wordt erkend dat we in Nederland niet alleen langer, maar ook langer vitaal zullen leven in de komende decennia, blijft het rapport vasthouden aan de groep 65-plusser

[…]

Voordat er wordt gekeken naar de mogelijkheden van een gedifferentieerde pensioenleeftijd of het bevorderen van maatschappelijke participatie onder ouderen, is een ander perspectief op ouderdom nodig. Een gedifferentieerde blik op ouderdom creëert niet alleen meer beleidsvrijheid, maar ook meer vrijheid voor de individuele invulling van het pensioen, als het juiste moment zich aandient. Daarom opnieuw de vraag: wanneer is iemand oud?s als ‘grijze druk’, hoewel de beroepsbevolking verder zal uitbreiden naar 67 jaar (en ouder). Niet alleen het rapport, de gehele samenleving is nog steeds ingericht op de leeftijdsgrens van 65 jaar.

Danique François is promovenda aan de Universiteit Leiden bij het instituut Bestuurskunde.