Daan van Citters: ‘Mijn film is het bewijs dat sommige trauma’s worden doorgegeven’

In Kleinkinderen van de Oost onderzoeken Daan van Citters en Joenoes Polnaija de trauma’s die hun opa’s opliepen toen zij hielpen de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog neer te slaan. Het diepte bij de filmmakers onverwachte woede en schaamte op.

Halverwege het interview werpt acteur Joenoes Polnaija (33) een verroeste VOC-munt op tafel. Collega Daan van Citters (30) begint te lachen: ‘Doe alsjeblieft dat ding weg.’ Polnaija had het muntstuk als souvenir gekocht tijdens de opnamen van De Oost, een film over Nederlands-Indië waarin ze allebei speelden. Nu hebben ze een documentaire gemaakt over het verleden van hun opa’s in de voormalige kolonie. Polnaija: ‘Ook via deze munt zijn wij verbonden.’

Als de twee vertellen wisselen de emoties elkaar snel af: een terneergeslagen blik, een opgewonden stemverheffing, dan weer gelach. Centraal in hun verhaal staat een intergenerationeel trauma dat begon bij hun opa’s. Die vochten voor het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (Knil) tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, Daans opa als Nederlandse oorlogsvrijwilliger, die van Joenoes als Molukse soldaat. De Nederlandse kolonisator erkende de Indonesische onafhankelijkheid niet, en sloeg de opstand hardhandig neer. Lange tijd was onbekend welke oorlogsmisdaden er tijdens deze zogenaamde ‘politionele acties’ zijn gepleegd.

[…]

De documentaire opent met piepende ratten. In een onderzoek kregen ratten stroomstoten nadat ze kersenbloesem hadden geroken. De nakomelingen van de ratten begonnen te piepen bij diezelfde geur, zonder dat ze zelf die nare ervaring hadden meegemaakt. Van Citters, die de documentaire zelf regisseerde, laat zo zonder het uit te spreken zien: een trauma kan tussen generaties worden overgedragen zonder er een woord over te wisselen.