Gelijkheid Nederland is niet synoniem aan rechtvaardigheid – NRC Commentaar

Day 275: Opposites *Rich vs. Poor” by ♥KatB Photography♥ is licensed under CC BY-NC 2.0

bestaansonzekerheid

In de aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 22 november is niet alleen bestaanszekerheid een groot thema. Uit de verkiezingscampagne blijkt dat ook ongelijkheid in Nederland als een dringend probleem wordt beschouwd. Toch valt de ongelijkheid in inkomen en vermogen behoorlijk mee, zeker in internationaal perspectief. Sterker nog: Nederland is verhoudingsgewijs al één van de landen met de grootste gelijkheid ter wereld.

[…]

Waarom wordt ongelijkheid dan toch als een groot probleem ervaren? Los van het feit dat in campagnetijd nu eenmaal alles wordt uitvergroot, lijkt daar een goede reden voor, die samenhangt met dat andere grote thema: bestaansonzekerheid.

De inkomensgelijkheid in Nederland wordt mede bereikt door het sinds de eeuwwisseling sterk gegroeide stelsel van inkomenstoeslagen. Een toeslag kan als minder zeker worden ervaren als het inkomen – loon of uitkering – zelf. De toeslag kan elk moment vervallen, stijgen of dalen of – ten onrechte – worden afgepakt. De affaire rond de kinderopvang heeft er wat dat betreft diep ingehakt. De roep om vereenvoudiging van het stelsel is dan ook begrijpelijk: juist het systeem dat is opgetuigd om de inkomensongelijkheid te beteugelen, draagt tegelijkertijd bij aan gevoelde bestaansonzekerheid.

Ook bij de relatief lage vermogensongelijkheid zijn kanttekeningen te plaatsen. Een belangrijk deel van het vermogen van Nederlandse gezinnen komt van de gestegen waarde van het eigen huis. Intussen dreigt een maatschappelijke tweedeling tussen huishoudens – en nakomelingen in die huishoudens – met een koop- of een huurwoning. Vermogen kan worden doorgegeven aan volgende generaties. De betere maatschappelijke kansen die ermee gepaard gaan dus ook.

De vraag wordt zo, of de relatieve gelijkheid in inkomen en vermogen verhult dat hele groepen in de samenleving gevangen worden in de lage inkomens- en vermogensgroepen waarin zij geboren of terechtgekomen zijn. Dat hoort niet bij de meritocratie, noch bij het type verzorgingsstaat dat Nederland graag wil zijn.