‘We klampen ons vast aan het idee dat we succesvol ouder kunnen worden’, zegt hoogleraar Cees Hertogh

Seniors in the Park” by Gunnshots is licensed under CC BY-ND 2.0

Cees Hertogh | hoogleraar ouderengeneeskunde 

Ouderengeneeskunde, zegt Cees Hertogh, gaat over omgaan met kwetsbaarheid, over wat zinvol medisch handelen is in de laatste jaren van het leven. „Dat soort vragen heeft mij altijd aangesproken.” Hij neemt deze donderdag afscheid.

Zijn vader was gestorven aan een hartaanval, zijn moeder zat op kantoor de kost te verdienen en Cees Hertogh, een jongen van veertien toen, lag met koorts in bed. Bergen op Zoom, 1972. „De huisarts kwam”, zegt hij. „De achterdeur was open en ik hoorde hem in de keuken een lepel uit de la pakken. Mond open, tong naar beneden, hm, hm, keelontsteking. Hij liet een recept achter en weg was hij.”

Die jong gestorven vader en dat beeld van de huisarts die zijn patiënten kende en in ieder huis wist waar de lepels lagen: Cees Hertogh (66), net gepensioneerd als hoogleraar ouderengeneeskunde aan Amsterdam UMC en in de coronajaren lid van het Outbreak Management Team (OMT), denkt dat dit hem gemotiveerd heeft om geneeskunde te gaan studeren. „En natuurlijk wat je iedere student geneeskunde hoort zeggen: iets willen betekenen voor mensen.”

[…]

U was heel boos toen columnist Marianne Zwagerman van De Telegraaf aan het begin van corona mensen in verpleeghuizen ‘dor hout’ noemde.

„Dor hout dat door het virus werd gekapt, ja. Ze vroeg zich af of jonge mensen nu alles voor hen moesten opofferen. Ze gaf stem aan een gevoel dat veel mensen hebben: die laatste fase is zinloos en oude mensen hoeven niet meer beschermd te worden. De Amerikaanse arts en gerontoloog Robert Butler noemde dat ageism: stereotyperen, veroordelen, discrimineren. Het gaat voorbij aan een van de belangrijkste waarden van een beschaafde samenleving: solidariteit.”

[…]

Je went aan alles?

„We hebben een groot adaptievermogen, ja. De Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum zegt dat mensen daardoor accepteren wat ze niet zouden moeten accepteren. Een slechter betaalde baan omdat ze vrouw zijn, of omdat ze zwart zijn. Als je niet kunt krijgen wat je wilt, ga je willen wat je kunt krijgen. Maar in het geval van ziekte en gezondheid is dat adaptatievermogen een enorme kracht. We kennen onszelf heel slecht als het gaat om wat we kunnen verdragen. Nu stel je je wilsverklaring op: dit is de grens. Straks blijkt die toch ergens anders te liggen.”