Om te beginnen moet de subsidie op vervuilende activiteiten, zoals de fossiele industrie, snel worden afgebouwd

A12-28JAN2023 Extinction Rebellion ©Marjan Minnesma

COMMENTAAR VOLKSKRANT – Pieter Klok

Politici die de hoop hadden dat ze na de verkiezingen royaal met geld zouden kunnen strooien, werden begin deze week ruw wakker geschud. De Studiegroep Begrotingsruimte heeft berekend dat het nieuwe kabinet tijdens zijn regeerperiode 17 miljard euro moet bezuinigen, een enorme opdracht.

Lange tijd was er vanuit financieel perspectief weinig noodzaak om te bezuinigen. Geld lenen was gratis, de rente op overheidsobligaties was op enig moment zelfs negatief. Sinds een jaar is de wereld totaal veranderd. De rente is fors gestegen, waardoor elke toename van de overheidsschuld leidt tot een extra rentelast op de jaarlijkse begroting.

Op korte termijn is dit best te dragen, maar op langere termijn niet, vooral vanwege de drie molenstenen die om de nek van de toekomstige minister van Financiën hangen: de zorgkosten die hard blijven stijgen, de kosten voor de AOW die door de vergrijzing snel toenemen en de kosten voor de klimaatverandering. De laatste kosten vallen uiteen in kosten om de klimaatverandering tegen te gaan en kosten om de klimaatveranderingen op te vangen (dijkverhogingen, bijvoorbeeld). Het is dus geen optie die kosten niet te maken.

Er is nog een goede reden om zuinig te zijn en dat is de inflatie, die nog nog steeds onverantwoord hoog ligt. De overheid moet te allen tijde voorkomen dat ze de inflatie niet verder aanwakkert door extra overheidsuitgaven. Ook dat vraagt een terughoudend begrotingsbeleid.

De meeste partijen lijken de urgentie niet of te weinig te voelen. Steeds meer partijen laten hun verkiezingsprogramma’s niet doorrekenen door het CPB, waardoor er er ook geen noodzaak wordt gevoeld het zuiniger aan te doen. Een partij als BBB kan daardoor in haar verkiezingsprogramma in principe onbeperkt beloftes doen. Het is de vraag of zulke partijen zich in de formatie wel aan begrotingsdiscipline onderwerpen.

Het is te hopen dat partijen tijdens de formatie ver vooruitkijken. Frans Timmermans lijstrekker van GroenLinks-PvdA constateerde afgelopen weekend in de Abel Herzberglezing terecht dat kabinetten de afgelopen jaren last hebben gehad van uitstelgedrag. ‘We moeten ons bevrijden van de gevaarlijke illusie dat het allemaal wel kan wachten.’ Door deze illusie zit Nederland opgezadeld met schier onoplosbare problemen, die elkaar ook nog in de weg zitten. De crisis op de woningmarkt kan niet worden opgelost door de stikstofcrisis.

Om dit uitstelgedrag te onderdrukken zou het goed zijn als politici weer beter gaan luisteren naar adviesorganen die de lange termijn in de gaten houden. Die vormen in een gezonde democratie een goed tegenwicht tegen de natuurlijke neiging van politici om zich op de korte termijn te richten. De afgelopen jaren werden te veel adviezen in de wind geslagen.

Het beleid van de Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen, waarvan Frans Timmermans deel uitmaakte, kan hierbij als voorbeeld dienen. Het stellen van heldere lange termijndoelen, zoals het verbod om na 2035 nog benzine-auto’s te verkopen, kan hierbij als voorbeeld dienen. Dan weten alle burgers en alle bedrijven waar ze aan toe zijn en hebben ze voldoende tijd zich aan te passen.

Om die aanpassing te ondersteunen, kan subsidie nodig zijn, maar nog beter is het om de gedragsverandering af te dwingen met normering en beprijzing. Om te beginnen moet de subsidie op vervuilende activiteiten, zoals de fossiele industrie, snel worden afgebouwd. Op die manier is de schatkist ook verzekerd van extra inkomsten waarmee de gaten in de begroting die de komende jaren dreigen te ontstaan, kunnen worden gedicht.