Overheid haalt eigen diversiteitsdoelen niet of nauwelijks
De Rijksoverheid haalt de meeste doelstellingen voor meer diversiteit op de eigen werkvloer niet. Zelfs wanneer dat wel lukt, is het personeelsbestand aanzienlijk minder divers dan de samenleving. Dat blijkt uit vertrouwelijke cijfers die in het bezit zijn van NU.nl.
De ministeries legden zichzelf in februari 2018 doelstellingen op om hun personeelsbestand diverser te maken. De overheid wilde een betere afspiegeling van de samenleving worden om tot gepaster beleid te komen.
De doelen gaan onder meer over man-vrouw-verhoudingen en het aandeel mensen met een migratieachtergrond. De ministeries hielden het bestaan van de doelstellingen binnenskamers.
Eind 2022 verscheen de recentste interne Monitorraportage Diversiteit en Inclusie, waarop NU.nl de hand wist te leggen. Daaruit blijkt dat verreweg de meeste doelen niet gehaald zijn.
De overheid scoort vooral slecht als het gaat om mensen met een zogenoemde ‘niet-westerse’ achtergrond in hoge functies. Op een aantal ministeries gaat het in lagere functies en het middenkader (iets) beter qua culturele diversiteit. Maar die mensen krijgen dus nauwelijks de kans om door te groeien. De ministeries nemen ook weinig mensen met een niet-westerse achtergrond van buitenaf aan voor hogere functies.
In hoge functies wordt ‘superlage’ doelstelling al niet gehaald
In 2022 moest 4 procent van het personeel in hoge functies een niet-westerse achtergrond hebben. Volgens de recentste cijfers komt dat percentage nu uit op 3 procent.
Meer diversiteit betekent betere prestaties
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat bedrijven met meer diversiteit op de werkvloer beter presteren en meer winst maken.
“Diverse teams bedenken betere oplossingen, legt coördinator Hans Bellaart van het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) uit. “En de overheid maakt door meer diversiteit onder het personeel beleid dat beter past bij onze diverse samenleving.”
In veel sectoren zie je de culturele verhoudingen (in 2022 waren volgens het CBS 15 procent van de inwoners niet in Nederland geboren) niet terug op de arbeidsmarkt. Zeker niet in hogere functies.