Met megabatterijen is het elektriciteitsnet in balans te houden
Techniek Op het elektriciteitsnet moeten vraag en aanbod precies zijn afgestemd. Dat is lastig met zon en wind als energiebron. Enorme batterijen kunnen helpen.
Het water dat promovendus Emre Boz met een pipetje op een doorschijnend velletje grafiet druppelt glijdt er meteen vanaf. Als van een regenjas. Een ander stukje grafiet is in de oven geweest. Dankzij de warmte slurpt het velletje nu water op. „Maar kijk, de oven heeft ook kleine gaatjes gemaakt”, wijst Boz. „Dat wil je niet. Ik bewerk het grafiet met moleculen zodat het ook zonder de warmtebehandeling goed water gaat opnemen.”
De poreuze grafietvelletjes zijn onderdeel van een kleine flowbatterij. Dat is een batterij waarin vloeistof door elektroden – de grafietvelletjes – gepompt wordt, waar vervolgens een elektrochemische reactie plaatsvindt. Verderop op tafel in het Electrochemical Materials and Systems-lab van de TU Eindhoven staat een testopstelling van de batterij te laden en ontladen. Al gaat het ontladen niet zoals gewenst, zegt Boz terwijl hij wijst naar een te steil aflopend lijntje op een computerscherm.
Opslag van energie is een belangrijke schakel in een energienet met steeds meer duurzaam opgewekte elektriciteit. Energie uit wind en zon is dan wel onuitputtelijk, je krijgt het bijna nooit precies in de hoeveelheid waarin je het nodig hebt op het moment dat je het nodig hebt.
Grootschalige opslag met batterijen komt nu voorzichtig van de grond. Dat gaat met horten en stoten. Zomaar batterijen op het net aansluiten blijkt tot problemen te leiden, in plaats van pieken opvangen dragen ze vaak juist bij aan overbelasting van het energienet. Deels is dat een financieel probleem. Grote batterijen zijn op dit moment nog vooral lithiumbatterijen, die een hoge energiedichtheid hebben, maar ook duur zijn. Die kun je niet dagelijks een paar uur stilleggen.