Woede om gele akkers: ‘We worden omgeven door een cocktail van pesticiden’

agriculture, plant protection, spray mist
Photo by hpgruesen on Pixabay

Misschien is het je al opgevallen, of ga je het vanaf nu zien: grote velden of akkers die opeens helemaal geel of oranje zijn. Deze kleur wordt veroorzaakt door glyfosaat: het hoofdbestanddeel van het meest omstreden bestrijdingsmiddel ter wereld: Roundup. Al jaren gaan de wildste verhalen rond over de gevaren van deze stof. Het zou parkinson veroorzaken. Ook zou het de kans op kanker vergroten. Toch wordt het veelvuldig gebruikt. Is het dan toch veilig?

Dit artikel is gepubliceerd op 29 april 2022. Omdat de Europese Commissie de toelating voor het gebruik van glyfosaat in december 2022 voor een jaar heeft verlengd en er momenteel veel aandacht is voor dit onderwerp, wordt dit artikel opnieuw gedeeld.

“Weer dat vreselijke glyfosaat, wanneer wordt dit nu eindelijk verboden?”, “Blij dat ik er niet naast woon”, of: “Verbieden die idiotie!”

Wie op sociale media zoekt op het woord glyfosaat krijgt de indruk dat de Nederlander hélemaal klaar is met het gebruik van het bestrijdingsmiddel. Toch grijpen een hoop boeren nog steeds naar dit goedje, dat Monsanto in de jaren zeventig op de markt bracht als Roundup.

De boeren mogen het ook gebruiken, want glyfosaat is niet verboden. Sterker nog; mogelijk wordt het eind dit jaar voor weer tien jaar goedgekeurd. Betekent dit dat er niks aan de hand is?

Daarover later meer. Eerst even: wat is glyfosaat voor stof en waarvoor wordt het gebruikt? Glyfosaat is een herbicide: het is een bestrijdingsmiddel tegen planten. Zo heb je ook fungiciden tegen schimmels en insecticiden tegen, jawel, insecten.

In het kort

  1. Europa beslist dit jaar of onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat, dat in Roundup zit, voor 10 jaar wordt goedgekeurd.
  2. De stof is omstreden: het zou de kans op kanker en parkinson verhogen.
  3. Volgens toelatingsautoriteit Ctgb zijn veel van dit soort beweringen onjuist.
  4. Vanuit de wetenschap klinkt kritiek: de richtlijnen die instanties gebruiken, zijn te beperkt.
  5. Wat niet wordt meegenomen: glyfosaat doodt nuttige schimmels en bacteriën in de bodem, en wat de stoffen in de mens doen is nooit goed onderzocht.

Maar glyfosaat wordt dus gebruikt tegen planten die ongewenst zijn. Vaak gaat het om gras, dat de boer een paar maanden eerder nota bene zelf nog gezaaid heeft als een zogenoemde groenbemester.

In het kort: groenbemesting wordt gedaan om de bodem te verbeteren. Het gras (raaigras, of een klaversoort bijvoorbeeld) voegt humus en stikstof toe. Ook voorkomt het erosie en uitspoeling van meststoffen. Zo blijven waardevolle mineralen bereikbaar. 

Allemaal goed en wel, maar zo in de maanden maart, april, dan moet het eruit. Het land moet klaargemaakt worden om te zaaien of te poten. Glyfosaat biedt uitkomst: het blokkeert in planten de vorming van bepaalde enzymen en het gaat dood. Het groeit ook niet terug: de stof wordt in de hele plant opgenomen, inclusief de wortel.

Het land ziet er dan ongeveer uit zoals rechts op de foto:

Een landbouwperceel in de Achterhoek is behandeld met Roundup en kleurt daarom Oranje. @ANP

[…]

‘Waarschijnlijk kankerverwekkend’

Want de roep om glyfosaat te verbieden klinkt steeds luider. Hoewel het gebruik van deze stof door de EU is toegestaan, is er steeds meer twijfel over schadelijke gevolgen van het middel voor mens en dier. In 2015 bestempelde het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) glyfosaat als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’.

Ook volgens het RIVM zijn in het algemeen aanwijzingen dat telers een grotere kans hebben om ziekten te krijgen die het zenuwstelsel aantasten zoals de ziekte van Parkinson en Alzheimer. Omdat het moeilijk is om één stof als oorzaak aan te wijzen, stelt het instituut voor om testrichtlijnen te verbeteren.

Dat boeren en omwonenden meer risico lopen op parkinson, daar is Bas Bloem, hoogleraar neurologie van het Radboudumc, van overtuigd. Hij ziet de ziekte opvallend vaak bij boeren en in de omgeving van boerenbedrijven. Via de voedselketen komen die bestrijdingsmiddelen ook in ons voedsel terecht. Vorig jaar juni werd glyfosaat bijvoorbeeld aangetroffen in wijn die te koop is in Nederlandse supermarkten.

Ctgb: ‘Het wordt nauwkeurig onderzocht’

Allemaal zorgwekkende geluiden. Hoe kan het dat boeren dit mogen gebruiken? Bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) vertelt woordvoerder Hans van Boven dat het middel veilig is: “We weten van glyfosaat ontzettend veel van wat het doet in het milieu en hoe het zich verspreidt. Het wordt nauwkeurig onderzocht.”

De relatie met parkinson is volgens hem ‘niet waarschijnlijk op basis van wat we nu weten’. “Bij mensen op het platteland waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, daar zie je niet dat mensen meer last hebben van ziektes”, stelt hij. En glyfosaat in wijn? De hoeveelheid is zo weinig, dat we ons geen zorgen hoeven maken. Het middel voldoet vooralsnog gewoon aan alle richtlijnen.

Hoogleraar Geissen: ‘Tests niet up-to-date’

Een heel ander geluid horen we van de Wageningse hoogleraar Violette Geissen. Geissen is projectleider van Sprint, een door de Europese Commissie gefinancierd onderzoek naar de gevolgen van pesticidengebruik. “De tests die worden uitgevoerd om pesticiden op de markt te brengen, zijn helemaal niet up-to-date. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) vraagt nu dringend om tests te ontwikkelen die de echte risico’s weerspiegelen.”

Het testbeleid is sinds de jaren tachtig nauwelijks veranderd, legt ze uit. “Het Ctgb zegt: alles is prima, ja volgens de tést is het prima. Als je suikerziekte hebt en je je cholesterol laat controleren en die goed is, is er dan niks aan de hand? De tests van nu kijken alleen naar een heel beperkt aantal mogelijke effecten, maar bijvoorbeeld niet de effecten op de weerstand van de bodem tegen ziektes en plagen. Omdat de richtlijnen daar niet voor zijn.”

“We worden permanent omgeven door een cocktail van pesticiden.” 

De hoogleraar verbaast zich erover dat zo weinig getest wordt op al die effecten. Ze vergelijkt het met het kopen van een auto. “Dan werken we met het voorzorgsprincipe. Je weet voor 100 procent zeker dat-ie remt. Bij pesticiden hebben ze het omgedraaid. Onschadelijk tot het tegendeel is bewezen.”

Ondertussen worden we ‘permanent omgeven met een cocktail van pesticiden’, zegt ze. “In de lucht, in het water en in de bodem. Het zit ook in het eten dat we eten en het drinken dat we drinken.”

Want dat is wat we inmiddels wél weten: meer dan 80 procent van de Europese bodem bevat resten van pesticiden. Het meest aanwezig is glyfosaat en het belangrijkste afbreekproduct AMPA (46 procent). Of dat te veel is? Dat weten we niet: er zijn geen grenswaarden.