Pensioenuitvoerders PGGM en MN voeren bij Shell de druk op – ze willen vergroening

Afbeelding van Nikolay via Pixabay

Vergroening Pensioenuitvoerders PGGM en MN eisen snel duidelijkheid over vergroeningsplan van olie- en gasbedrijf nu ultimatum nadert.

Het eerste biertje met de nieuwe baas van Shell was op zich prima bevallen. Colin Tissen en Andres van der Linden van pensioenuitvoerder PGGM en Xander Urbach van pensioenuitvoerder MN spraken hem een maand geleden in Londen, toen hij net zijn aandeelhouders had bijgepraat over Shells inspanningen om te vergroenen – een pikant onderwerp, omdat steeds meer beleggers vinden dat Shell onvoldoende ‘levert’ op dat vlak.

Tijdens het borrelmomentje concludeerden ze alle drie dat Wael Sawan een stuk „opener” en „eerlijker” was dan zijn voorganger, Ben van Beurden, die op 1 januari het stokje overdroeg. „Hij benoemde eerlijk dat het gesprek bij Shell intern dan 80 tot 90 procent van de tijd over verduurzaming mag gaan, maar dat het bedrijf in feite gewoon voor 80 tot 90 procent ‘fossiel’ is. Een bedrijf in transitie dus, géén groen bedrijf. Zo kijken wij er ook naar”, aldus Urbach.

Het was misschien niet de boodschap die ze het liefst hadden gehoord, maar de nieuwe topman maakte het in ieder geval niet mooier dan het was. Hij nam ook uitgebreid de tijd voor hen, bijna een half uur. „Dat is best lang voor napraten”, zegt Urbach. „Dat gaf een goed gevoel.”

Tissen, Van der Linden en Urbach zijn dan misschien nog relatief jong – 27 jaar, 32 jaar en 29 jaar respectievelijk – het zijn drie mensen die Sawan niet zomaar kan negeren. Bij PGGM en MN zijn ze verantwoordelijk voor een speciaal programma dat de pensioenuitvoerders begin vorig jaar hebben opgezet om Shell en andere fossiele energiebedrijven onder druk te zetten sneller te vergroenen: het zogeheten ‘engagement’-programma.

PGGM en MN zijn beide aandeelhouders van Shell met een niet-onbeduidend belang (PGGM belegt voor 161 miljoen euro) en zij hebben dus invloed. De pensioenuitvoerders beheren die beleggingen op hun beurt voor de pensioenfondsen Zorg en Welzijn en Metaal en Techniek, twee van de grootste in Nederland. Hun deelnemers, Nederlandse werknemers, willen niet meer dat hun pensioengeld in ‘fossiel’ wordt belegd.