De toekomst van de eerstelijnszorg? Weg met de concurrentie, leve de vaste teams

This image is taken from Page 5 of Ophthalmoscopic diagnosis [electronic resource] : based on typical pictures of the fundus of the eye with special reference to the needs of general practioners and students” by Medical Heritage Library, Inc. is licensed under CC BY-NC-SA 2.0

De zorg bij de huisarts en de wijkverpleging moet snel op de schop, anders verliezen burgers ook het vertrouwen in de zorg. Dat schrijft de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in een advies. Op welke manieren moet de eerstelijnszorg veranderen?

Wie vertrouwt u meer: uw zorgverzekeraar, de Belastingdienst of uw huisarts? Grote kans dat het antwoord luidt: mijn huisarts. Als een van de weinige (semi-)overheidssectoren geniet de eerstelijnszorg (zoals huisartsen, wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en apothekers) nog het vertrouwen van de burger.

Maar ook dat vertrouwen dreigt af te brokkelen, en daarom zijn er snel vergaande hervormingen nodig in deze basiszorg. Dat schrijft de invloedrijke Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) dinsdag in het advies ‘De basis op orde’ dat als uitgangspunt moet dienen voor hoe deze zorg er in 2030 uit moet zien.

Vier manieren waarop de eerstelijnszorg volgens de RVS moet veranderen.

1. Stop met de verkeerde zuinigheid

De eerstelijnszorg is de basis van ‘het hele gebouw van zorg in Nederland’, zegt Jet Bussemaker, voorzitter van de RVS. Dichtbij voor de patiënt, 24 uur per dag toegankelijk en laagdrempelig. Het systeem waarbij elke patiënt persoonlijk staat ingeschreven bij een huisarts gold ‘decennialang als een schoolvoorbeeld’ van hoe je zorg zou moeten organiseren, staat in het advies.

[…]

2. Gooi de concurrentie in de eerstelijnszorg overboord

Als Barbara de Doelder voor één van haar patiënten thuiszorg nodig heeft, weet ze al dat ze aan een lange belronde begint. De Doelder is huisarts in Rijswijk, en voorzitter van Hadoks, het samenwerkingsverband van huisartsen in Den Haag en omgeving. ‘De kans is groot dat er bij organisatie één, twee, drie en vier geen plek is. En dat je uitkomt bij een organisatie zonder contract met een verzekeraar, waardoor de patiënt zelf extra moet bijbetalen. Maar ja, je staat met je rug tegen de muur.’

[…]

3. Werk samen in een vast team

Het ideaalbeeld, volgens de RVS: een ‘langdurig vast klein hecht multidisciplinair team’ van huisarts, wijkverpleegkundige en sociaal werker dat de (de gezondheid van de) inwoners van de wijk in de gaten houdt. Schaalvergroting in de eerstelijnszorg kan wel, maar dan alleen voor zaken als ict, administratie en onderhandelingen met zorgverzekeraars.

De zorg zelf moet juist laagdrempelig en herkenbaar blijven.

[….]

4. Laat burgers meer zelf en onderling doen

Tot slot moet ook de burger zelf aan de slag. Meer naar thuisarts.nl (waar in toegankelijke taal veel medische informatie staat), meer vrijwilligerswerk doen, en meer meedoen in zorgcoöperaties, waarin burgers zoveel mogelijk voor elkaar regelen. Bussemaker: ‘Ook hier geldt: dit moeten we niet doen omdat het financieel zo lekker uitkomt. Dit moeten we doen omdat mensen graag zelf de regie houden over hun kwaliteit van leven.’