De overheid is bedrijven vooral aan het faciliteren, te weinig aan het controleren

Tata Steel IJmuiden (the Netherlands)” by Wattman (trams, treinen, etc) is licensed under CC BY-NC 2.0

VOLKSKRANT COMMENTAAR PIETER KLOK 13 april 2023

Ook bij het controleren van grote vervuilende fabrieken lijkt de overheid te zijn vergeten dat ze in de eerste plaats op aarde is om haar burgers te beschermen. Ambtenaren controleerden wel of de fabrieken zich aan de regels hielden, maar controleerden niet – of te weinig – welke giftige stoffen ze uitstootten en welke schade dat aanrichtte aan de volksgezondheid. Verontruste burgers vonden te weinig gehoor.

De Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV), die deze conclusie trekt, besloot op eigen initiatief om niet alleen onderzoek te doen naar de staalfabrieken van Tata, maar ook naar kunststofproducent Chemours bij Dordrecht en asfaltfabriek APN bij Nijmegen. In plaats van incidenten onder de loep te nemen, wilde de raad patronen vinden. Hoe kan het dat de gezondheidseffecten jarenlang onduidelijk waren of onder het tapijt werden geveegd?

De gevonden oorzaken klinken inmiddels vertrouwd. De overheid heeft te veel bezuinigd, waardoor die haar toezichthoudende taak goed niet kan vervullen. Ze is vaak geen partij voor de machtige bedrijven die zonodig een blik juristen opentrekken. Door deze ongelijkheid zijn overheden in de praktijk bedrijven vooral aan het faciliteren en te weinig aan het controleren.

Het is een symptoom van een diepliggender probleem. De overheid faalt steeds vaker als bewaker van het publieke belang, waardoor bedrijven te veel ruimte krijgen om de wereld naar hun hand te zetten.

Bedrijven op hun beurt nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet serieus genoeg. Hoewel de meeste bedrijven met de mond belijden dat ze een betere wereld nastreven, staat in de dagelijkse praktijk winstmaximalisatie centraal. De OVV roept de bedrijven op hun wettelijke plicht om de gezondheid van omwonenden te beschermen serieus te nemen.

Door deze beide tendensen – overheden die bedrijven niet kunnen beteugelen en bedrijven die dat ook zelf niet doen – loopt Nederland steeds vaker tegen een muur op. Of het nu over Schiphol gaat, of de boeren, de aardgaswinning, de industrie: als een overheid niet handhaaft, niet begrenst, komt er vanzelf een dag dat de belasting voor de omgeving zo groot wordt, dat alleen de noodrem nog soelaas biedt. De samenleving betaalt elke keer een hoge prijs.

Bedrijven als Tata konden van oudsher op veel vertrouwen in de regio rekenen. Ze zorgden voor goedbetaalde banen. Nu Tata het vertrouwen heeft verspeeld, kan het niets meer goed doen. Slechte handhaving ondermijnt uiteindelijk ook het vertrouwen in de industrie.

De belangrijke aanbeveling die de OVV doet, gaat over een veranderende geesteshouding bij de overheid. In plaats van met haar rug naar de burger te staan en de zaken te regelen in een onderonsje met het bedrijf, moeten overheid en bedrijf zich in de eerste plaats openstellen voor omwonenden. Uitleggen wat de fabrieken uitstoten of lozen, en uitleggen waarom dat niet erg is. Alleen zo kan het vertrouwen worden hersteld. Een advies dat elke politicus zich ter harte zou moeten nemen.