Vergeet cultuur en religie, mantelzorgers met een migratieachtergrond hebben vooral zorghulp nodig. Menal Ahmad: ‘Vraag ze welke’

Men Reading a Book
Photo by Kampus Production on Pexels

Menal Ahmad promoveerde aan de Universiteit voor Humanistiek op onderzoek naar de verdeling van mantelzorgtaken in families met een niet-westerse migratieachtergrond. Ze ontdekte dat deze groep mantelzorgers minder snel en vaak een beroep doet op professionele hulp. Met overbelasting tot gevolg. ‘Met wat kleine ingrepen kan er al veel verbeteren.’

Wat is er aan de hand?

Eerder onderzoek liet al zien dat mantelzorgers met een migratieachtergrond langer en intensiever mantelzorg verlenen dan gebruikelijk is in Nederland. Uit mijn eigen onderzoek naar mantelzorgers met een Turkse, Marokkaanse, Molukse, Chinese of Surinaamse achtergrond blijkt dat zij het vaak lastig vinden om bij een naaste met dementie een heldere hulpvraag te formuleren. En is het eenmaal gelukt om contact te leggen, dan voelen ze zich door de professionals niet begrepen. Daardoor krijgen ze vaak te laat of niet de juiste ondersteuning en dreigt overbelasting, of wordt die nóg groter.’

[…]

Wat moet er gebeuren?

‘Zowel mantelzorgers met een migratieachtergrond als hulpverleners merken op hoe belangrijk het is om een vertrouwensband op te bouwen. Daar is echt niet zo veel voor nodig: het scheelt al als een hulpverlener in het eerste gesprek probeert te achterhalen wat de achtergrond is van een mantelzorger. Waar en hoe is die opgegroeid, en welke rol speelt dat in de zorg die wordt gegeven? Met meer persoonlijke kennis wordt al snel duidelijk waaraan een mantelzorger behoefte heeft. Nu zijn de vragen van zorgprofessionals er vaak vooral op gericht om, bijvoorbeeld, het stadium van dementie in kaart te brengen.