Soep gooien, snelwegen blokkeren: leiden zulke acties tot meer steun voor de zaak? Dit zegt de wetenschap
Ze is oud-manager in de zorg, getrouwd en moeder van drie, iemand tegen wie je ‘mevrouw’ zegt en ‘u’. Toch staat Eva van Kemenade (55) op het punt om een overtreding te begaan. Dit weekeinde is ze waarschijnlijk van de partij bij de verboden verklaarde demonstratie op de A12 bij Den Haag, voor strenger klimaatbeleid. Al blijft ze vermoedelijk wel aan de zijlijn, erkent ze: weggedragen worden door ME’ers is haar toch iets te gortig. ‘Maar als de politie ons sommeert om weg te gaan en ik sta gewoon ergens op de stoep, weet ik nog niet of ik dat ook doe’, zegt ze. ‘We zullen zien.’
Dat het snelwegprotest illegaal is? Dat maakt haar minder uit. ‘Er zijn ook gewone klimaatmarsen geweest. Maar die genereren toch minder media-aandacht. Volgens mij is zo’n snelweg bezetten onderhand de enige manier van actievoeren die nog wél de aandacht trekt. En het onderwerp van dit protest, duurzaamheid, zit me zeer hoog.’
Harde actie, keiharde actie, nóg hardere actie. Het kan helpen om stoom af te blazen en het trekt gegarandeerd de aandacht, maar zou het ook helpen? Zou het bij mensen die er neutraal in staan sympathie opwekken: verrek, die demonstranten hebben gelijk, deze zaak is het waard om voor op te komen?
[…]
Om begrip te kweken is het in elk geval belangrijk dat duidelijk is waar het protest over gaat, denkt Van Zomeren, en dat demonstreren het enige is wat erop zit om de boel in beweging te krijgen. ‘Activisten moeten erin slagen uit te leggen wat ze aan het doen zijn, en dat hun bedoelingen goed zijn. Dat gaat dus over communicatie: wat zijn de intenties van deze demonstranten? Dan kun je denk ik vrij ver gaan.’
In dergelijke gevallen kunnen buitenstaanders zelfs sympathie krijgen voor gewelddadige protesten, zoals rassenrellen of – langer geleden – de gewelddadige Britse betogingen voor vrouwenkiesrecht van de suffragettes. Zo ontdekten Amerikaanse onderzoekers dat er na de rassenrellen in de VS van 1992, in wijken waar meer straatgevechten waren geweest zich ook meer zwarten én blanken registreerden, als kiezer voor de Democraten.
[…]
Voor Eva van Kemenade staat in elk geval allang vast dat actievoeren helpt. Als tiener demonstreerde ze ook al, tegen kernwapens, en voor vrede. En nu gaat ze weer: ‘Hoe meer mensen er aanwezig zijn, des te meer mensen ook in eigen kring gaan denken: er moet iets gebeuren’, verwacht ze. ‘Bovendien staan we aan de vooravond van de verkiezingen; misschien gaan mensen iets veranderen aan hun stemgedrag. En wie weet is het kabinet gevoelig voor de protesten. Al is dat misschien ijdele hoop.’