Adri Duivesteijn en bewoners 1950-2023

Adri Duivesteyn 1950-2023 ©live.staticflickr.com

20 maart 2023

Met het overlijden van Adri Duivesteijn verliezen we een groot volkshuisvester met veel oog voor de belangen van bewoners. Duivesteijn maakte zich sterk voor burgerinitiatief op het gebied van wonen.

Adri Duivesteijn overleed vrijdag 17 maart op 72 jarige leeftijd. In de vele inspirerende verhalen en anekdotes die postuum over hem verschijnen, blijft zijn rol voor de Woonbond en huurders vaak onderbelicht. ‘Het is ongelofelijk met hoeveel eerbied en ontzag er gesproken wordt over onze oud-voorzitter Adri Duivesteijn, of het nu gaat over zijn visie of over zijn volhardendheid’, zegt Woonbonddirecteur Zeno Winkels. ‘Hij was en is een inspiratie voor velen bij de Woonbond.’

Voorzitter bestuur Woonbond

Na zijn tijd als wethouder in Den Haag werd Adri Duivesteijn in de jaren negentig directeur van het Nederlands Architectuurinstituut (NAI). Hij combineerde dat met het voorzitterschap van het bestuur van de Woonbond. Als voorzitter zette hij de – na een ingewikkelde fusie in 1990 opgerichte – Woonbond op de kaart bij de landelijke politiek en de voorlopers van de verhuurderskoepels.

Zeggenschap groot thema

Zeggenschap was, naast betaalbaarheid, het grote thema van de Woonbond in die eerste jaren. De positie van onafhankelijke huurdersorganisaties en individuele huurders was begin jaren negentig nog veel te zwak, vond de Woonbond. Daarom drong de bond bij de Tweede Kamer aan op een commissie die hierover voorstellen moest doen.

‘Een totale minachting van gewone mensen’

Adri Duivesteijn nam, als voorzitter van de Woonbond, deel aan deze Commissie huurders-verhuurders in 1992-1993. Hij keek er met weinig plezier op terug, zo tekende John Cüsters op in het Woonbondjubileumboek Twintig jaar op de bres voor huurders. Duivesteijn schrok van ‘de kilheid, hardheid, bitterheid en agressiviteit’ waarmee de vertegenwoordigers van de woningcorporaties daar aan tafel zaten, afwijzend tegenover iedere vorm van een wettelijke regeling voor betere huurdersparticipatie. Hij zei daarover:

‘Ik was voorzitter geworden van de Woonbond uit solidariteit met al die huurdersverenigingen die zich zorgen maken over hun woning en leefomgeving en zich op die manier engageerden met de samenleving. De gang van zaken in de commissie huurders-verhuurders heeft me daarom ook persoonlijk geraakt. Het was de arrogantie van de macht ten top, de dokter die zich belangrijker vindt dan de patiënt, een totale minachting van gewone mensen. Op zo’n moment word ik weer gewoon een Schilderswijker. Het heeft mijn opstelling ten opzichte van de woningcorporaties blijvend veranderd.’

Overlegwet

Omdat hij in 1994 lid werd van de Tweede Kamer vertrok hij als voorzitter van de Woonbond. Een van zijn eerste daden als Kamerlid voor de PvdA was het opstellen van een initiatiefwet om betere zeggenschap van huurdersorganisaties te borgen, geïnspireerd op de Wet op de Ondernemingsraden. Duivesteijns initiatiefvoorstel werd te radicaal bevonden. Uiteindelijk introduceerde hij een aangepaste initiatiefwet die in 1998 van kracht werd als de Wet op het overleg huurders verhuurder, vooral bekend als de Overlegwet.  

Ik bouw betaalbaar in Almere

In 2006 werd Duivesteijn gevraagd om wethouder Ruimtelijke Ordening en Wonen te worden in Almere en verliet hij de Kamer. Op Duivesteijns initiatief maakte Almere in samenwerking met een aantal woningcorporaties, het mogelijk voor mensen, juist degenen met een minder dikke portemonnee, om op een eigen kavel een eigen huis te bouwen. ‘In Oosterwold beleven nu meer dan duizend mensen op vierduizend vierkante meter een zeldzame vrijheid van wonen. Daar heb ik een grote mate van tevredenheid over’, zei hij in 2021 tegen het AD.

Nacht van Duivesteijn

In 2013 zorgde Duivesteijn als lid van de Eerste Kamer voor een nieuw wapenfeit voor huurders. Hij had als senator een sleutelpositie omdat het tweede kabinet-Rutte (VVD en PvdA) geen meerderheid had in de Eerste Kamer. In december 2013 dreigde hij tegen het Woonakkoord te stemmen omdat de woningcorporaties de verhuurderheffing kregen opgelegd.

Voet tussen de deur in het woonbestel

Onder grote druk stemde hij in ‘de Nacht van Duivesteijn’ toch voor het woonakkoord om politieke chaos te voorkomen. Duivesteijn eiste in ruil daarvoor dat de door bewoners georganiseerde ‘wooncoöperatie’ een plek kreeg in het woonbestel. In de Woningwet 2015 is daardoor artikel 18Aopgenomen.

Actieprogramma wooncoöperaties

Huurders hebben sindsdien recht op tijd en financiële ondersteuning om te onderzoeken of zij hun huurwoning gezamenlijk kunnen kopen en het onderhoud en het beheer van de woningen en woonomgeving gezamenlijk kunnen verzorgen. Per motie gaf Duivesteijn het kabinet ook de opdracht mee om serieus werk te maken van een actieprogramma om wooncoöperaties te stimuleren. Wooncoöperaties komen in Nederland nog altijd moeizaam van de grond, maar de belangstelling en het aantal initiatieven is sinds 2015 duidelijk toegenomen.

Bewoners als producent

Duivesteijn maakte zich zijn hele loopbaan sterk voor burgerinitiatief op het gebied van wonen en een eigendomsneutraal systeem. Hij vond dat er meer kansen moesten komen voor burgers om niet langer consument, maar producent te worden van hun eigen wonen. Er valt bijzonder veel meer te zeggen over Adri Duivesteijn, zijn hart voor bewoners en zijn nalatenschap. Huurpeil, vakblad voor de huursector, de kwartaaluitgave van de Woonbond, gaat er dieper op in in zijn zomereditie.

Bij de Woonbond gaan we Duivesteijns bijdragen via zijn website en social media over de volkshuisvesting en een rechtvaardigere wereld bijzonder missen.