Op de Filippijnen is Boskalis een scheldwoord geworden
Boskalis Boskalis dreigt Nederland te verlaten als nieuwe wetgeving bedrijven aansprakelijk stelt voor hun handelen in het buitenland. Maar wat doet het bedrijf in die verre landen?
Renen Rivera duikt op uit het troebele water van de baai van de Filippijnse hoofdstad Manila. Hij hapt naar adem. „Weer niks gevangen”, verzucht hij als hij aan boord klimt en zijn zwarte duikbril boos van zijn gezicht trekt. Zijn fuik zit vol plastic afval en een spartelend krabbetje. Zo mager is de vangst al maanden. Hij wijst naar de boosdoeners. „Ze komen uit Nederland.”
In de verte dobberen de schepen van de Nederlandse baggermaatschappij Boskalis. Daarachter doemt Manila op. „Vroeger stond het hier vol met visfuiken. Maar de vissen zijn verdwenen en daar voorbij de vlaggen mogen we niet meer komen. 70 procent van onze visgronden is al ingenomen”, zegt Rivera en veegt het zeewater van zijn gezicht. „Straks zijn we alles kwijt. Ze halen alles weg voor het vliegveld.”
[…]
Dutertes tweede belofte was een gouden eeuw voor nieuwe infrastructuur, winkelcentra, appartementencomplexen, hogesnelheidslijnen, havens en een vliegveld. In het verkruimelend beton van de Filippijnse hoofdstad is daar geen ruimte voor. Dit is een agglomeratie die uit de puinhopen van Japanse oorlogsbombardementen herrees, en niet is gebouwd voor bijna 13 miljoen mensen. Wie hier vooruit wil, moet in zee bouwen, zoals de Hollanders deden in de Flevopolder en de Maasvlakte.
‘Geweldig werk’
In december 2020 werd de Nederlandse baggeraar Boskalis naar de Filippijnen gehaald, specialist in landaanwinning. Het contract is 1,5 miljard euro waard, het grootste uit de geschiedenis van Boskalis. „We zijn er extreem trots op. Omdat we daar geweldig werk uitvoeren, onder best wel uitdagende omstandigheden”, zegt ceo Peter Berdowski desgevraagd, op het hoofdkantoor van Boskalis in Papendrecht.
Maar op de Filippijnen is Boskalis een scheldwoord geworden. Vooral onder vissers. En vooral in de wijk Taliptip, waar zevenhonderd vissersgezinnen plaats moesten maken voor het vliegveld. De visgronden zijn zo goed als verlaten. Visfuiken wapperen werkeloos in de warme wind. Op de dijken en pieren aan de randen van het bouwproject resten de ruïnes van gesloopte huizen. In de verte ligt de skyline van Manila Baai, trillend in de warme lucht, en de machines van Boskalis die het opgebaggerde slib platdrukken voor de nieuwe landingsbanen. „We moeten hier morgen weg zijn. Ze zeiden dat als we niet vertrekken, we naar de gevangenis gaan”, zegt Evangeline Ramos, die er als een van de laatsten woont. „No Trespassing”, staat er op het spandoek dat de nieuwe eigenaar om haar huis heeft gedrapeerd. Een boot met drie Filippijnse mannen in oranje hesjes vaart langs. Boskalis, staat er op hun zwarte bandana’s.
[…]
Volgens een rapport dat mensenrechtenorganisatie Global Witness deze week publiceert kwamen op de Filippijnen in de afgelopen tien jaar 270 milieuactivisten om het leven, 52 van hen op het eiland Luzon waar de hoofdstad Manila ligt. Een groot aantal van hen sprak zich uit tegen de infrastructuurprojecten van Duterte en zijn opvolger Marcos.
Volgens Jon Bonifacio van milieuorganisatie Kalikasan heeft „Boskalis oogkleppen op” voor alle misstanden rond het project
Bonifacio wijst erop dat Boskalis’ opdrachtgever San Miguel alle internationale regelgeving overtrad door al in 2018 te beginnen met het kappen van honderden mangrovebossen rondom de baai van Manila. Dat was ruim anderhalf jaar voor de officiële toestemming van de Filippijnse regering en de benodigde effectrapportages. In de eerste rapportage werd de aanwezigheid van militairen bij huisbezoeken helemaal verzwegen.