Neanderthalers werkten verrassend samen bij de jacht op kolossale olifant

Neanderthaler op de muur bij het OCW” by Roel Wijnants is licensed under CC BY-NC 2.0

Neanderthalers hadden een veel groter talent voor samenwerking dan wetenschappers tot nu toe dachten, blijkt uit een nieuwe studie. Ze joegen zo’n 125.000 jaar geleden al in georganiseerd verband op bosolifanten, de grootste landdieren van de afgelopen 3 miljoen jaar.

Na bestudering van een grote hoeveelheid botresten van bosolifanten concluderen onderzoekers dat de neanderthalers gezamenlijk op jacht gingen om volwassenen bosolifanten te doden. Daarna werkten ze ook samen om de enorme hoeveelheden vlees van het gedode dier te drogen zodat het voor langere tijd bewaard kon worden. Niet alleen was de vroege mens in grotere groepen actief dan eerder gedacht, ook verbleef hij langer op één plek dan tot dusver werd aangenomen. Want het doden, aan stukken snijden en drogen van de duizenden kilo’s vlees die zo’n olifant opleverde, moet veel tijd hebben gekost. De studie is gepubliceerd in Science Advances.

Emancipatie

Het is de volgende stap in de ’emancipatie’ van de neanderthaler, die zo’n twintig jaar geleden in onze ogen nog een dom, primitief oermens was. Inmiddels weten we dat deze vroege mens het vuur beheerste, grotschilderingen maakte, de doden begroef en dna aan ons door heeft gegeven.

[…]

13 ton zwaar

Er moet dus sprake van jacht zijn geweest, concluderen de onderzoekers. Maar een bosolifant vangen, dat doe je niet zomaar even. Roebroeks: “Een volwassen mannetje kon zo’n 13 ton wegen. Dat zijn een stuk of tien personenauto’s op een stapel.”

Waarom dan niet op een vrouwtje jagen, dat nauwelijks de helft woog? “Die waren nog veel moeilijker te bejagen, want ze leefden in groepen met andere vrouwtjes en beschermden bovendien agressief hun jongen. De volwassen mannetjes leefden vaak deels solitair”. De dubbele hoeveelheid vlees was natuurlijk ook niet te versmaden.

Het vangen van zo’n gigantisch dier vergde dus veel samenwerking. En dat was nog maar de eerste stap. “Om zo’n enorme hoeveelheid vlees en vet te verwerken, is een groep van 25 mensen naar schatting al snel een kleine week bezig”, aldus Roebroeks.