Ik maak een kale rots van je

A person with handcuffs holding a sign that says fraud
Photo by Tima Miroshnichenko on Pexels

Ze zit in haar leunstoel voor de televisie. Net als elke avond. Maar nu met de ogen vol tranen. Dat gebeurt nooit. Ze was die middag gebeld, vertelt ze. Op haar vaste lijn, door een mevrouw van de bank. ’s Nachts was geprobeerd in te breken op haar bankrekening, zei die mevrouw. De bank had de aanval afgeslagen. Gelukkig. Nu zou er iemand langskomen die ging proberen te achterhalen wie dat was geweest.

Met die mevrouw van de bank nog aan de telefoon, wordt er aangebeld. „Daar zul je haar hebben”, zegt de stem tegen de dame van bijna negentig. U kunt rustig opendoen. Ze stelt zich voor als Denise Akkermans – een jonge vrouw van tussen de 25 en 30 jaar, sluik blond haar, nette rok, geen bril.

‘Denise Akkermans’ kijkt mee als mevrouw op haar verzoek op haar tablet inlogt. Drie kwartier later stapt ze met bankpas en pincode de deur uit. Die mag ik toch aan niemand geven, had de oudere dame nog gezegd. Klopt, alleen wél aan een bankmedewerker. „Morgen komt er iemand van de bank een nieuw pasje brengen.”

Ze is slim, de oude dame. En toen ‘Denise’ net weg was, bedacht ze dat het de volgende dag zaterdag was. Dan was de bank dicht, gek eigenlijk. Toch even bellen.

Net te laat: Er was net twee keer vlak achter elkaar een flink bedrag gepind, zei de échte bankmedewerker die de rekeningen blokkeerde.

Ellende. Wijkagent. Aangifte. Veel geld kwijt. Groot schuldgevoel.

„M’n AOW was net binnen”, vertelt de oudere dame later. „En, eh, ook dat geld voor de verwarming. Die energietoeslag. Dat is allemaal weg!”

Wijkagenten waarschuwen tegen de klippen op, zegt de woordvoerder van de Rotterdamse politie. Ze weet niet of babbeltrucs vaker worden ingezet. Ze weet wel dat het al jarenlang heel vaak gebeurt. Ouderen oplichten is extreem laf en heel lucratief.

De smoesjes om binnen te komen zijn talrijk: „Wij zijn nieuwe buren en komen wat lekkers brengen.”

„We komen hiernaast wonen, ons huis heeft dezelfde indeling, mag ik even wat opmeten?”

„Mijn zoontje moet heel nodig plassen, mag dat even?”

En daarna zijn ineens waardevolle spullen verdwenen.

„Tegen zulke streken kun je je moeilijk verweren”, zegt de oude dame.

We besluiten niet ordinair te gaan schelden, mijn eerste impuls. Dit is het moment voor een oudtestamentische vervloeking. „Je gezang zullen we doen verstommen, zogenaamde Denise Akkermans! Niemand zal de klank van je lieren nog horen. We maken een kale rots van je, een droogplaats voor netten. Fuck you!”

Sheila Kamerman Kralingen