Kamer wil onderzoek: namens wie spreken milieuclubs bij de rechter?

Welke fossielen investeren nog in olie capture from ©XR

Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat de rechter extra eisen gaat stellen aan belangenorganisaties die rechtszaken beginnen tegen de staat. Aanleiding zijn de verschillende rechtszaken tegen het kabinet over het klimaat- en stikstofbeleid.

“Klimaatbeleid is een zaak van de politiek en niet van de rechter”, zegt SGP-Kamerlid Stoffer, de initiatiefnemer. De SGP noemt Urgenda en Mobilisation for the Environment als voorbeelden. De partij vindt het “ongezond” als “activistische, gesubsidieerde organisaties” met rechtszaken de bouw van huizen kunnen tegenhouden en bedrijven waar duizenden mensen werken kunnen “platleggen”.

De motie van de SGP werd mede ingediend door BBB en JA21. Ook de PVV, FvD, Groep Van Haga en Kamerlid Omtzigt waren voor. De motie kreeg een meerderheid doordat ook de regeringspartijen VVD en CDA voor stemden. Samen zijn de voorstemmers goed voor 81 van de 150 zetels.

Betalende leden

De partijen willen weten of er extra eisen kunnen worden gesteld aan belangenclubs die een beroep doen op het wetsartikel waarmee zij namens alle Nederlanders of een grote groep Nederlanders zeggen te spreken. Een eis zou moeten zijn dat zij een flinke groep betalende leden hebben. Ook zou de rechter moeten meewegen of die leden in zo’n rechtszaak wel de direct belanghebbenden zijn. De rechter zou dit moeten toetsen voordat hij aan zo’n zaak begint.

De VVD vindt het logisch om te kijken of de ‘representativiteit’ wel streng genoeg wordt gecontroleerd. “Dergelijke procedures raken ons immers allemaal”, zegt Kamerlid Ellian. Een paar jaar geleden vroeg Van Haga zich al af waar de Nederlanders zich kunnen melden die het niet met Urgenda eens zijn. Hij sprak van “een antidemocratisch effect”.

Democratie buitenspel?

In 2013 diende Urgenda een aanklacht in tegen de Nederlandse Staat. De organisatie vond dat de overheid een onrechtmatige daad pleegde door niet te streven naar de klimaatdoelen die internationaal zijn afgesproken.

In oktober 2018 verloor de Staat het hoger beroep. Het gerechtshof benadrukte dat sprake was van een “reële dreiging” door klimaatverandering voor alle Nederlanders. Het kabinet zei het vonnis te gaan uitvoeren maar stapte ook naar de Hoge Raad.

Vanwege een principekwestie, zei toenmalig minister Wiebes. “Het gaat over de manier waarop de rechter heeft ingegrepen in iets wat aan de democratie is. Eigenlijk is de democratie buitenspel gezet”, zei hij. De Hoge Raad stelde het kabinet in het ongelijk.

Partijen als PvdA, GroenLinks, D66 en Volt keren zich fel tegen de SGP-motie. In het eerdere klimaatdebat gebruikten ze woorden als “schokkend” en “onacceptabel”. Namens hoeveel leden organisaties spreken is niet relevant, zei de Partij voor de Dieren.

“Zij komen op voor het algemeen belang en hebben gezien dat de Staat zich niet aan internationale verdragen houdt”, zei Kamerlid Teunissen. En GroenLinks-Kamerlid Kröger: “Als de SGP dat onderuit schoffelt mag de partij zich nooit meer als staatsrechtelijk geweten benoemen.”

Ook de SP zei vandaag met redenen tegen te stemmen.

De Urgenda-zaak is al jaren geleden, maar dient nog steeds als inspiratie voor andere belangenorganisaties. Die leggen eisen voor aan de rechter om politiek beleid af te dwingen dat volgens hen in het belang is van de groep mensen, soms alle Nederlanders, die zij zeggen te vertegenwoordigen.

Advocaat Tom de Boer stapte vorige jaar met succes voor Vluchtelingenwerk naar de rechter.

Advocaat Geert-Jan Knoops zei toen al te verwachten dat de zaak kans van slagen had. Knoops: “De afgelopen jaren heeft de rechter zich vaker proactief getoond bij beleidsmatige keuzes, bijvoorbeeld bij het terughalen van IS-vrouwen of de Urgenda-zaak over het terugdringen van de CO2-uitstoot.”

Advocaat Bondine Kloostra, gespecialiseerd in milieu- en natuurbeschermingsrecht, stuurde het kabinet vorige week een sommatie over stikstof namens Greenpeace. “Er is sprake van onrechtmatige nalatigheid dan wel onrechtmatig handelen van de Staat”, stelt zij. De organisatie stapt naar de rechter als het kabinet niet binnen twee weken stikstofmaatregelen neemt.