De specialist in de liefde die ook specialist in de rouw werd: ‘Liefde is biologisch vuurwerk’

John and Stephanie Cacioppo ©University Chicago PublicDomain

Neurowetenschapper die zich verdiept in de liefde verliest haar man, een neurowetenschapper die zich verdiepte in eenzaamheid. Daarna verdiepte Stephanie Cacioppo zich ook in de rouw.

Toen Stephanie Cacioppo op haar 37ste voor het eerst verliefd werd, voelde ze zich als een astronaut die na jaren training voor de allereerste keer in een ruimteschip stapt, op weg naar de maan. De Frans-Italiaanse neurowetenschapper had haar wetenschappelijke carrière gewijd aan onderzoek naar romantische liefde zonder die zelf ooit te hebben ervaren.

Dat zag als voordeel: ze kon de liefde bestuderen als een neutrale buitenstaander. Ze maakte bijvoorbeeld functionele MRI-scans (die hersenactiviteit meten) van verliefde studenten en bracht zo in kaart welke delen van de hersenen actief worden bij romantische liefde. Wie verliefd is, kan het gevoel hebben iets unieks mee te maken. Biologisch gezien is die ervaring bij iedereen vrijwel hetzelfde, toonde Cacioppo aan.

Na haar eerste publicaties (toen overigens nog onder haar meisjesnaam Ortigue) begonnen haar collega’s haar plagerig ‘Dr. Love’ te noemen. Op een congres in Shanghai ontmoette ze de 23 jaar oudere John Cacioppo, een Amerikaanse neurowetenschapper bekend om zijn onderzoek naar eenzaamheid. Oftewel: ‘Dr. Loneliness’.

Binnen een jaar waren de twee getrouwd en deden ze samen onderzoek aan de universiteit van Chicago, waar ze een kantoor en zelfs een bureau deelden. Een paar jaar later deelden ze ook een ziekenhuisbed: bij John Cacioppo was speekselklierkanker vastgesteld, een zeldzame vorm van kanker waarvan hij niet meer zou genezen. Zij wilde hem geen moment alleen laten. Zeven jaar nadat de twee elkaar hadden leren kennen, overleed hij.

Wat doet rouw met het brein? En hoe kon de wetenschap haar hier doorheen slepen? Cacioppo schreef een boek waarin ze wetenschappelijke inzichten over liefde, rouw en eenzaamheid vervlecht met haar eigen ervaringen.

Daarin valt ook te lezen over de weerstand die ze aanvankelijk kreeg bij haar onderzoek. Toen Cacioppo zo’n twintig jaar geleden als jonge neuroloog in Genève onderzoek wilde doen naar de romantische liefde, noemde haar studieadviseur dat professionele zelfmoord. Het onderzoeksvoorstel dat ze desondanks indiende, werd afgewezen. Ze diende hetzelfde voorstel opnieuw in, maar verving het woord ‘liefde’ voor ‘paarbinding’ en het werd alsnog aangenomen.

Waarom was er aanvankelijk weerstand tegen uw plan om onderzoek te doen naar liefde?

‘Toen ik begon waren er wereldwijd slechts een paar andere neurowetenschappers die zich hiermee bezighielden.

Ik voelde me een soort Newton die de zwaartekracht zou gaan onderzoeken: een onzichtbare kracht die mensen met elkaar verbindt. Maar ik stuitte op scepsis. Mijn begeleider vroeg of ik een grap maakte toen ik zei dat ik me hierin wilde verdiepen. Hij vond liefde een te simpel onderwerp voor serieus onderzoek, te gewoontjes.

‘Ik weet nog steeds niet waarom die weerstand er was. Liefde is in mijn ogen allesbehalve simpel. Het is essentieel en universeel. Misschien had het ook te maken met de onvoorspelbaarheid van het onderwerp: er was toen nog zo weinig bekend dat van tevoren niet te zeggen viel wat onderzoek zou opleveren. Voor mij was dat juist het fascinerende.’

U maakte hersenscans van verliefde studenten. Wat was daarop te zien?

‘Mijn verwachting was dat liefde vooral het emotionele deel van het brein zou triggeren. Dat zagen we ook gebeuren. Een gebied dat bijvoorbeeld heel actief wordt is de area tegmentalis ventralis, een hartvormig gebied in de hersenen waar dopamine in het beloningscircuit wordt gepompt. Dat geeft een gevoel van blijdschap en euforie. Daarom kunnen we vaak niet stoppen met glimlachen als we verliefd zijn.

Gemaakt voor de liefde, de Nederlandse vertaling van het boek van Stephanie Cacioppo, verschijnt 25 januari