Betalingsachterstand Huurders met een betalingsachterstand door de hoge inflatie en energiekosten kunnen bij het aangaan van een schuldhulpverleningstraject in hun huis blijven wonen, tenzij er sprake is van een bijzondere situatie.
Door de gestegen energiekosten en inflatie dreigen meer huurders tegen een betalingsachterstand aan te lopen. Om te voorkomen dat zij bij een huurachterstand meteen uit huis worden gezet, heeft minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) samen met verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen (Aedes, IVBN, Kences, Vastgoed Belang, VNG en BZK/VRO) afspraken gemaakt. Dat schrijft hij donderdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De partijen zijn het eens dat een huurachterstand „zo vroeg mogelijk” gesignaleerd moet worden, zodat deze tijdig kan worden opgelost. Mocht de betalingsachterstand toch te ver oplopen, dan is voor een uithuiszetting van huurders een vonnis van de rechter nodig. De verhuurders zeggen donderdag toe terughoudend om te gaan met een dergelijk oordeel – „zeker in het geval van huishoudens met kinderen”. Huurders die deelnemen aan een schuldhulpverleningstraject zullen niet uit huis worden gezet.
Tijdens de coronacrisis maakten de partijen ook al herhaaldelijk afspraken om uithuiszettingen zoveel mogelijk te voorkomen. Toen liepen sommige huurders inkomsten mis, bijvoorbeeld omdat hun bedrijf noodgedwongen moest sluiten of zij als zelfstandig ondernemer geen opdrachten meer kregen. De nieuwe afspraken kennen geen einddatum, maar worden ieder jaar opnieuw beoordeeld.