Beeld @SP

OPINIE

Woningcorporaties doen er beter aan hun oude huizen te verkopen in plaats van te slopen voor nieuwbouw, betoogt VVD’er en kandidaat-Statenlid Armanda Govers uit Krimpen aan de Lek.

Wonen wordt een belangrijk thema in de komende Provinciale Statenverkiezingen. De provincies gaan over de ruimtelijke ordening en wijzen bouwlocaties aan. Het Economisch Instituut voor de Bouw adviseerde pas het woningtekort op behapbare wijze op te lossen: bouw in elk dorp een straatje erbij.

Ik zie van dichtbij dat het tegenovergestelde gebeurt. Het straatje waar ik woon in Krimpen aan de Lek, wordt tegen alle logica in gesloopt. Vervolgens wordt er opnieuw gebouwd in plaats van erbij gebouwd.

Het gaat om zestig woningen van woningbouwcorporatie QuaWonen. Vier jaar geleden kwam ik hier wonen via een vastgoedbeheerder. Mijn buren en ik moeten nu plaatsmaken voor sloopkogels. Dit wist ik toen ik het contract tekende. Wat ik echter niet in m’n glazen bol zag, was hoe krap de woningmarkt zou worden.

In een flits verkocht

Starterswoningen zijn bijzonder gewild. In m’n dorp wordt elke woning onder de 2,5 ton in een flits verkocht. Klein, ouderdoms-en asbestclausule in het contract, slecht energielabel of geen centrale verwarming: het maakt niet uit. Starters schreeuwen om woningen in deze prijsklasse.

Op Funda staan in heel Nederland 2200 woningen van 2 ton te koop. Als de woningbouwcorporatie mijn straat te koop zet, dan groeit dit aantal direct met bijna 3 procent. Als gemeente en provincie de woningbouwcorporatie een nieuwe locatie geven om een nieuw straatje te realiseren, dan hebben we nieuwe sociale huurwoningen én betaalbare starterswoningen.