Het minimumloon en uitkeringen zijn te laag om van rond te komen, en daarom komen steeds meer minima in de knel. De overheid moet dat veranderen door actiever en socialer te zijn. Dat zegt de Nationale ombudsman.

In Nederland moeten zo’n één miljoen mensen rondkomen van een inkomen rond het sociaal minimum. Nationale ombudsman Reinier van Zutphen onderzocht tegen welke knelpunten verschillende groepen minima aanlopen.

Hij komt naar eigen zeggen steeds dezelfde problemen tegen. Zo zijn volgens hem de verschillen tussen gemeentes groot en weten mensen niet waar ze terechtkunnen voor hulp. Hij roept de overheid op actief te gaan helpen.

[…]

Ander mensbeeld

Daarom pleit de ombudsman voor een sociaal minimum dat wel voldoende is, en geregeld door de Rijksoverheid. De gemeenten hebben dan hun handen vrij om hun inwoners te begeleiden naar werk of onderwijs.

Ook wil Van Zutphen een actieve overheid die burgers gaat opzoeken om te helpen en te wijzen op welke hulp er is, of die zelfs automatisch toekennen. Veranderingen in iemands financiële situatie moeten bovendien volgens de ombudsman niet meteen leiden tot terugvorderingen van toeslagen.

De Nationale ombudsman vindt dat de overheid niet uitgaat van een realistisch mensbeeld, en wil dat dat beeld omdraait: “De overheid is van het beeld van een frauderende burger gegaan naar een overheid die burgers het voordeel van de twijfel geeft. Dan is er in feite niks veranderd. Dat is geen ander mensbeeld.”