In duinen, op heide en boerenland gaat Nederlandse natuur verder achteruit

Strabrechtse heide” by Puravida1978 is licensed under CC BY-ND 2.0

De populaties van diersoorten in Nederlandse open natuurgebieden – zoals duinen en heide – zijn sinds 1990 met gemiddeld 60 procent afgenomen. In landbouwgebieden zijn de soorten gehalveerd. Elders is juist herstel te zien, vaak dankzij intensief natuurbeheer en soms door verbeterde milieuregels.

Dat blijkt uit de donderdag verschenen Living Planet Index Nederland. Het ijkpunt is ideaal om te bekijken hoe de Nederlandse natuur er nou eigenlijk voor staat. Maar je kunt ook selectief winkelen uit het omvangrijke rapport om tot heel andere conclusies te komen.

Als je bijvoorbeeld alle metingen op één hoop gooit, lijkt er nauwelijks sprake van verandering. Onbeschermde dieren zijn sinds 1990 met gemiddeld 10 procent in aantal afgenomen. Maar het geheel van alle beschermde diersoorten is constant of zelfs licht toegenomen.

Betekent dit dat het goed gaat in de Nederlandse natuur? Of dat er niet zo veel aan de hand is?

Na een eeuw achteruitgang herstellen sommige soorten

Beide aannames kloppen niet. Het gemiddelde is een mix van allerlei trends die door elkaar lopen. Dit gemiddelde ligt bovendien op een structureel laag niveau, zeggen de auteurs tegen NU.nl.

De Nederlandse natuur kreeg door ruilverkaveling en de komst van pesticiden en kunstmest al in de twintigste eeuw grote klappen. Daar herstelde ze niet van. “Broedvogels op het boerenland waren in 1990 al met 70 procent afgenomen ten opzichte van 1960”, vertelt Kirsten Haanraads van WWF. “En bijvoorbeeld graslandvlinders waren in 1990 al met 80 procent afgenomen ten opzichte van een eeuw ervoor.”

Het verlies is gigantisch, zegt onderzoeker Sander Turnhout van SoortenNL en Radboud Living Landscapes. “Sinds 1850 is naar schatting al 85 procent van de Nederlandse biodiversiteit verloren gegaan.”

Zo kan een grafiek met een horizontale lijn een eigen leven gaan leiden, zegt Turnhout. “Maar wat je daar ziet, is stabilisatie op de bodem van de put.”

Natuur én bermen gaan achteruit door stikstof en verdroging

Ook stabilisatie is een onjuiste conclusie voor de natuur als geheel. Er zijn namelijk veel soorten die blijven achteruitgaan, terwijl andere juist toenemen. En die trends hebben heel verschillende oorzaken.

Zo gaat de natuur in het grootste deel van Nederland nog flink achteruit. Het gaat om het hele agrarische gebied en open natuurgebieden, zoals heidevelden en de duinen. Stikstofvervuiling, verergerd door verdroging, is volgens de onderzoekers de hoofdoorzaak.

Dat treft niet alleen natuurgebieden, maar ook de toevluchtsoorden voor natuurlijk leven op het platteland, zoals wegbermen. Op het platteland speelt het gebruik van pesticiden vermoedelijk ook een grote rol, zegt Turnhout. De voornaamste slachtoffers daarvan zijn insecten, maar die zijn in de Living Planet Index niet sterk vertegenwoordigd.