Financiële topman Rabobank: ‘Iedereen ziet in dat er in de landbouw grote veranderingen op komst zijn’

hot air balloon, balloon, air
Photo by Michel_van_der_Vegt on Pixabay

De stikstofcrisis dwingt de landbouwsector tot een koersverandering, ziet Rabobank-cfo Bas Brouwers. Maar dat is geen gevaar voor het voortbestaan van de grootste landbouwfinancier van het land. ‘Wij doen er alles aan om boeren zo goed mogelijk te helpen.’

‘Een heel mooie winst’, vindt Rabobank-cfo Bas Brouwers de 2,8 miljard euro die de bank over vorig jaar bijboekte. ‘We zijn tevreden over de bedrijfsprestaties’, zei hij donderdag bij de presentatie van de jaarcijfers.

[…]

Ook de crisissfeer in de Nederlandse landbouwsector, die sinds een gerechtelijke uitspraak eind 2019 op stikstofrantsoen staat, raakt de Rabobank direct. De bank is de grootste financier van de Nederlandse landbouwsector: zo’n 85 procent van de Nederlandse voedsel- en agribedrijven heeft er leningen.

Wat merkte Rabobank vorig jaar van de voortslepende stikstofcrisis?

‘Onze resultaten in de agrofood zijn goed, die portefeuille groeide vorig jaar met 10 procent. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen: die groei komt niet uit de primaire sector, zoals melkvee of varkenshouderij, maar uit de foodprocessing en groothandel.

‘In de melkvee-, pluimvee- en varkenshouderij zijn we achteruitgegaan, die ontwikkeling is al sinds 2018 gaande. We zagen vorig jaar 40 procent minder aanvragen voor leningen van veehouderijbedrijven. Dat toont wel aan dat iedereen inziet dat er grotere veranderingen op komst zijn.’

Hoe makkelijk kan een Nederlandse boer nog een lening krijgen bij de Rabobank?

‘We laten natuurlijk meewegen of een boer de lening uiteindelijk kan terugbetalen. Daarbij worden het bedrijfsmodel, de bijdrage aan duurzaamheid, of de boer uitbreidt of niet, en hoe dicht hij bij een beschermd natuurgebied zit, allemaal meegewogen.

‘Als je dichtbij zo’n gebied zit en wilt uitbreiden, is het lastiger om een lening te krijgen. Dat is logisch. Maar dat wil niet zeggen dat we dicht zijn.’

De Tweede Kamer wil dat banken bijdragen aan een oplossing voor de stikstofimpasse, bijvoorbeeld door leningen aan boeren (gedeeltelijk) af te schrijven. Minister van Landbouw Piet Adema onderzoekt het plan.

‘Dat is geen optie. De kern van bankieren is het verzamelen van spaargeld van klanten om andere klanten leningen te kunnen geven. Je gaat voorzichtig om met dat spaargeld, want je moet kunnen garanderen dat mensen het terugkrijgen. Het gaat tegen die solidariteit in als je goede leningen afschrijft voor ontwikkelingen die buiten het bancaire bedrijf liggen.’

Maar nu betalen belastingbetalers indirect voor het aflossen van die leningen, dat straks gaat plaatsvinden via het uitkoopprogramma van de overheid. Hoe neemt de bank wel verantwoordelijkheid voor de situatie in de sector die ze zelf groot heeft gemaakt?

‘De Nederlandse landbouwsector is heel lang een mooi en goed model geweest, met veel export, ook van kennis. In korte tijd is die dynamiek fors omgeslagen. De koers moet daadwerkelijk bijgesteld worden.

‘Onze insteek is om die transitie te faciliteren en er alles aan te doen om boeren te helpen. Daar zijn we bereid fors in te investeren. We hebben vijftig extra mensen aangenomen die worden opgeleid om boeren te helpen met het aanpassen van hun verdienmodellen en met provincies mee te denken over de inrichting van de landbouw. Die komen bovenop de al bestaande krachten. Ook steken we geld in innovatiefondsen om technische oplossingen te vinden voor het probleem.’

[…]

Het is niet ondenkbaar dat de conclusie van die gesprekken wordt dat de inkrimping van de veestapel onvermijdelijk is. Is doorgerekend wat dat betekent voor uw bank?

‘Dat is niet iets wat ik wil delen. Het is ook lastig, omdat het landbouwakkoord nog niet gesloten is. Wel is het waarschijnlijk dat we in Nederland met minder dieren verder moeten. Dat zal impact hebben op de totale portefeuille en daarmee op onze inkomsten.

‘Tegelijkertijd zal het niet van doorslaggevende betekenis zijn, gezien de grootte van de bank en onze rol in de hele keten. De primaire sector in Nederland is belangrijk voor ons, maar het voortbestaan van onze bank staat niet op het spel.’