Kabinet wil schuldhulpverlening voortaan beperken tot 1,5 jaar
Mensen mogen niet langer dan anderhalf jaar in de gemeentelijke schuldhulpverlening zitten. Nu is dat drie jaar. De Tweede Kamer heeft gevraagd om mensen sneller van hun schulden af te helpen en het kabinet wil dat regelen.
Als iemand bij de gemeente in de schuldhulpverlening zit, moet diegene zien rond te komen van het absolute minimum. “Dat trekt een zware wissel op mensen, waardoor velen het traject niet volhouden en de financiële problemen juist groter worden”, zegt minister Schouten voor Armoedebeleid. “Ik wil dat mensen zo snel mogelijk door kunnen met hun leven.”
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zegt dat er in 2020 ruim 600.000 mensen problematische schulden hadden. Door de huidige energiecrisis en de stijgende prijzen zullen er nog meer in moeilijkheden komen, denkt Schouten. Ze wil kijken of mensen met hoge schulden actief benaderd moeten gaan worden voor hulp.
Schuldhulpverlening
Wie in grote financiële problemen zit krijgt hulp van de gemeente. Een hulpverlener stelt een plan op voor het aflossen van schulden en maakt afspraken met schuldeisers daarover. Ook betaalt de hulpverlener de vaste kosten en zet hij of zij weekgeld apart voor dagelijkse uitgaven. Als schuldeisers niet willen meewerken aan een betalingsregeling, kan de rechter ze daartoe dwingen.
De bedoeling is om in drie jaar zoveel mogelijk schulden af te betalen. Schulden die daarna nog openstaan hoeven meestal niet meer ingelost te worden. Die periode moet dus worden teruggebracht tot anderhalf jaar.