‘Anti-toga’ en ‘krities’ advokatenkollektief is er voor gewone mensen met grote problemen

Beeld ©AdvokatenKollektiefRotterdam AKR

Advokatenkollektief Rotterdam worstelt met zijn budget, maar verheugt zich in de erkenning van de sociale advocatuur. ‘We hebben vaak wat ingewikkelder cliënten.’

Vrouwe Justitia mag blind zijn, maar de advocatuur is dat zeker niet. Die houdt doorgaans een scherp oog op de portemonnee van de rechtzoekende. Twee op de drie advocaten nemen alleen een zaak aan als de cliënt hun stevige rekening kan betalen. Voor andere hulpbehoevenden is er de sociale advocatuur, die zich overeind houdt met subsidie van de overheid.

Twee jaar geleden maakte filmmaker Ingeborg Jansen de documentaire De laatste sociaal advocaten. Met de camera volgde zij het werk van Advokatenkollektief Rotterdam, dat gesubsidieerde rechtsbijstand verleent aan mensen met een kleine portemonnee.

Aan die oudere, getraumatiseerde Rotterdammer met zijn volgestouwde huurwoning bijvoorbeeld. De eigenaar van het pand eiste zijn vertrek. De veiligheid was in het geding. Bovendien zou het pand worden omgebouwd tot luxeappartementen. Een van de oudste partners van het Advokatenkollektief vocht de uitzetting aan bij de rechter. Die bepaalde dat de man gewoon kon blijven zitten – al mocht hij zijn etage best eens opruimen.

Engagement

Advocaten die gespecialiseerd zijn in het verlenen van gesubsidieerde rechtshulp worden steeds zeldzamer. De groep van naar schatting 2.500 sociaal advocaten wordt steeds kleiner en ouder. Dat geldt ook voor de 3.500 vakgenoten die af en toe ook een zaak ‘op toevoeging’ doen. Jong talent meldt zich nauwelijks meer. Dat wil geen lange dagen maken voor een mager salaris, inclusief de gratis uurtjes in de avond, als de vergoeding voor het aantal toegewezen uren voor een zaak is opgesoupeerd.

Voor Advokatenkollektief Rotterdam was het dus goed nieuws dat Jansen na haar documentaire opnieuw aanklopte bij het kantoor in Crooswijk. De 57-jarige jurist wilde óók een advocatentoga aantrekken. […]

Persoonlijk drama

De bevlogenheid is er nog steeds, zegt Ton Rhijnsburger, advocaat met ruim veertig dienstjaren. ‘De toegang tot het recht is in Nederland bijzonder ongelijk verdeeld. Daarvan is iedereen hier doordrongen. Talloze mensen kunnen zich geen enkele vorm van rechtshulp veroorloven. Met goed juridisch advies kan veel onrecht worden voorkomen. En dus ook veel persoonlijk drama.’

Gewone mensen met grote problemen vindt Rhijnsburger bovendien veel interessanter dan ‘de zelfvoldane ondernemers die zich melden bij de Zuidaskantoren. Wat is nou een grote zaak? Het begeleiden van een bedrijfsfusie of het voorkomen dat iemand zijn huis of het land wordt uitgezet? Het persoonlijk belang is vaak immens veel groter.’

De toeslagenaffaire heeft het belang van de sociale advocatuur opnieuw duidelijk gemaakt, zegt zijn kantoorgenoot Katja Logtenberg. ‘Als gevolg van het kwalijk handelen van de Belastingdienst zijn bijvoorbeeld kinderen uit huis geplaatst. De onrechtvaardigheid van dat soort systemen motiveert mij als advocaat enorm. Tegelijkertijd is dit ook gewoon een heel leuk vak. De afwisseling is heel groot. Eerst spreek je een asielzoeker, daarna iemand met een grote schuld.’ Rhijnsburger vult aan: ‘We hebben vaak wat ingewikkelder cliënten. Het gaat altijd over meer dan één probleem. Een betalingsachterstand én huiselijk geweld bijvoorbeeld. Soms gaan mensen huilen, schelden of slaan. Dat heb je in de gewone advocatuur toch minder.’

Logtenberg: ‘Je leert hier wel heel duidelijk te zijn. Je bent advocaat, geen sociaal hulpverlener. We kénnen wel veel goede hulpverleners. Vaak pakken we tijdens een gesprek al de telefoon voor een afspraak met bijvoorbeeld een schuldhulpverlener. Dan ben je van dat stukje af.’

Karige begroting

De twee advocaten vertellen hun verhaal in een spreekkamer van het kantoor van het Advokatenkollektief, fraai gelegen aan het water van de Crooswijksesingel, ooit deel van een bierbrouwerij. Het kon na jaren leegstand goedkoop op de kop worden getikt. Dat bood ruimte voor groei van de praktijk, tot veertien advocaten in 2010. Iedereen was in loondienst en kreeg een gelijk salaris.

Ook dat is inmiddels allemaal veranderd. Na een dieptepunt van vijf zijn er nu zeven advocaten, inclusief documentairemaker Jansen. Sinds begin 2021 werkt iedereen voor eigen rekening. Naar rato van de eigen omzet wordt meebetaald aan de vaste lasten van het hele kantoor, waaronder het salaris van de twee medewerkers.

De karige begroting maakt het vrijwel onmogelijk om nog leerling-advocaten aan te trekken. ‘Dat is echt een probleem voor de ontwikkeling van het kantoor’, zegt Rhijnsburger. ‘Je moet ze vertellen dat ze voor eigen rekening en risico gaan werken, en zelf een garantstelling bij de bank moeten regelen. En dan word je per zaak ook nog eens na afloop betaald, gemiddeld na negen maanden. Dat is geen aantrekkelijk aanbod natuurlijk.’

[…] Rhijnsburger: ‘De sociale advocatuur werd tot mijn verrassing zelfs in de Troonrede genoemd. Eindelijk worden we erkend als onmisbaar voor het functioneren van de rechtsstaat.’

Open spreekuur

Iedere vrijdagmiddag van 13.00 tot 15.00 uur is het spreekuur zonder afspraak toegankelijk voor iedereen die problemen heeft met uitkering, verblijf, werkgever, huisbaas, consumentenrecht, strafrecht, familierecht enzovoort.

Wij zullen gratis in een kort adviesgesprek (maximaal 10-15 minuten) uw vragen beantwoorden of met u een aparte vervolgafspraak maken op ons kantoor of u doorverwijzen naar de juiste instantie.

Advokatenkollektief Rotterdam

Waar: Rotterdam

Sinds: 1975

Aantal werknemers: zeven advocaten, twee medewerkers

Jaaromzet: 760 duizend euro (2020)

Trailer documentaire De Laatste Sociaal Advocaten van Ingeborg Jansen