Wat Rotterdam ook doet, de stad slaagt er niet in het aantal mensen dat op straat slaapt terug te dringen. Dat blijkt uit de antwoorden die het stadsbestuur geeft op vragen van Leefbaar Rotterdam en de VVD. Het college spreekt over ‘symptoombestrijding’. In oktober werden 200 buitenslapers geteld. De grote meerderheid bestaat uit EU-arbeidsmigranten die hun baan en daarmee hun bijbehorende huisvesting hebben verloren.
EU-arbeidsmigranten komen niet in aanmerking voor de vierhonderd plekken bij de daklozenopvang. Ze worden geacht terug naar het land van herkomst te gaan als ze letterlijk op straat komen te staan.
De gemeente probeert de EU-buitenslapers aan een nieuwe baan, en daarmee aan huisvesting te helpen. En als dat niet lukt, probeert Rotterdam ze over te halen terug te keren naar het moederland. In de eerste tien maanden van dit jaar lukte dat laatste zo’n 200 keer; 170 EU-migranten werden aan een nieuwe baan geholpen.
Symptoombestrijding
Maar omdat er een constante stroom van werkloze EU-migranten is, is het dweilen met de kraan open.
Een ander deel van de buitenslapers zijn de illegalen: mensen die niet uit een EU-land komen en geen geldige verblijfspapieren hebben. In oktober waren dat er ongeveer 30.
Het lukte Rotterdam tot en met oktober 69 mensen gedwongen te laten vertrekken. Dit waren bijna allemaal overlastgevende EU-daklozen, waarvan de gemeente een dossier heeft kunnen opbouwen.