“Bij ons slaapt niemand op straat”, zei de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb zeven jaar geleden. Om de realiteit te laten zien, geven daklozen onder de hoede van de Pauluskerk een inkijkje in hun buitenslaapplekken. Silva en Paulina nemen ons mee naar hun ijskoude ‘bedjes’.
“Wil je zien waar ik slaap? Geen probleem”, zegt Silva terwijl hij een slok neemt van zijn koffie in de Pauluskerk. Overdag is hij hier vaak, omdat het deze tijd te koud is om buiten te zijn. Op het eerste gezicht zou je niet zeggen dat de 54-jarige Silva buiten slaapt: hij is netjes geschoren en draagt schone kleren.
Op het Schouwburgplein vertelt Silva dat hij op een schip heeft gewerkt. Eerst in Duitsland, daarna in Nederland. “Sinds juni dit jaar heb ik geen werk meer, ik slaap nu zo’n zes maanden op straat. In de zomer kon je nog buiten slapen”, zegt Silva, terwijl hij wijst naar de bankjes op het plein.
“Ik heb bij Blaak geslapen en als het regende op Centraal Station. Vaak werden we weggestuurd door de politie. In het park slaap ik niet omdat daar veel wordt gejat.” Hij zegt dat daar ook zijn tas met paspoort is gestolen. En nog erger, tijdens het douchen is zijn portemonnee gestolen. “Alles is weg.”
Silva kan zonder papieren niet aantonen dat hij langer dan vijf jaar binding heeft met Nederland. Daarom heeft hij geen recht op reguliere nachtopvang. “Daarom slaap ik op straat. Terwijl ik 21 jaar voor een Nederlands bedrijf werkte.”