Racisme in de zorg Racisme in de zorg aanpakken is lastig, omdat de zorgplicht altijd voor gaat. Patiënten mogen nooit geweigerd worden, wat ze ook zeggen. „We hebben hier geen adequaat antwoord op.”
Gaby Perin-Gopie, voorzitter van vakbond CNV Zorg & Welzijn, maakt zich er boos over: verpleegkundigen met een migratieachtergrond die worden weggestuurd door een patiënt in de thuiszorg. „‘Ik wil geen bruin persoon in mijn huis’, zegt de patiënt dan. Werkgevers vinden dat lastig. Ze zeggen meestal: ‘We sturen wel iemand anders.’ En tegen de verpleegkundige zeggen ze: ‘Trek het je niet aan.’”
Dat kan niet, vindt Perin-Gopie. „Je moet je personeel steunen. Je moet tegen de patiënt zeggen: zoek maar ergens anders zorg, als je onze verpleegkundigen niet wilt.”
Wat kan hier tegen racisme op de werkvloer worden gedaan? Dat is belangrijk, maar ook lastig, zeggen zorgverleners, want ze hebben ook ‘zorgplicht’ tegenover hun patiënt. Daardoor mag je patiënten niet weigeren of wegsturen, wat ze ook zeggen.
Op de spoedeisende hulp vliegen de discriminerende opmerkingen soms over de vloer. „We hebben hier geen adequaat antwoord op, net als bij agressie”, zegt David Baden, voorzitter van de vereniging voor spoedeisendehulpartsen. „Wij vinden dat patiënten zorg moeten krijgen. Patiënten kunnen daardoor heel ver gaan. De zorgplicht gaat voor.” Een ziekenhuis kan een patiënt moeilijk wegsturen, zegt Baden. „Je zou eigenlijk moeten zeggen: ‘Doe eens normaal.’”
Als arts is Baden eens geweigerd door een vrouwelijke patiënt. „Toen werd ook gezegd: de patiënt kiest de zorgverlener. Als je van kleur bent en een patiënt zegt ‘ik hoef jou niet’, dan zegt de hulpverlener ‘mijn collega komt u wel helpen’.”