Onbekende G77-landen willen meer aandacht voor klimaat en ongelijkheid
Vanaf de zijlijn van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York proberen ook de landen van de G77 aandacht te trekken. Het zijn vooral ontwikkelingslanden, geen 77 zoals de naam doet vermoeden, maar inmiddels 134. De groep is niet erg bekend, maar samen vertegenwoordigen de landen 80 procent van de wereldbevolking.
In New York proberen ze vooral op het onderwerp klimaatverandering een vuist te maken, want juist zij ervaren de gevolgen ervan. En ook de effecten van de toenemende inflatie en hoge schulden treffen deze landen veel meer dan rijkere landen. Secretaris-generaal Antonio Guterres van de VN vroeg vorige week al om meer steun voor de landen. Op een G77-top op Cuba zei hij: “De wereld laat de G77 in de steek.”
“Deze landen vinden dat ze altijd zijn misbruikt door rijkere landen”, zegt Joyeeta Gupta, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam die zich specialiseert in het klimaat en de ongelijke verdeling van welvaart. “Door kolonialisme, door het winnen van grondstoffen en de gevolgen van klimaatverandering. Het systeem is onrechtvaardig, zeggen ze.”
VN-chef Guterres zette zijn woorden deze week kracht bij, door op de tussentijdse klimaattop in New York de Verenigde Staten en China uit te sluiten. Juist landen als Tuvalu, Zuid-Afrika en Pakistan, de voorzitter van de G77 in 2024, kregen het woord.