‘Ik ben geen feminist omdat ik ergens bij wilde horen, maar omdat ik ben gevormd door vrouwen’

File:Marjan Berk tijdens BoekenFEST 2016 in Assen – 01.jpg” by Ronn is licensed under CC BY-SA 4.0

Twee dingen heeft schrijver en actrice Marjan Berk altijd gewild: kinderen en werk. Met vijf kinderen en een indrukwekkend oeuvre is dat aardig gelukt. Om de vroege dood van haar eigen moeder heeft ze lange tijd niet kunnen huilen. ‘Als ik bij mezelf een neiging tot klagen bespeur, denk ik: sodemieter op.’

[…]

Komende week wordt u 91.

‘Ik ben een glijdende schaal. Ik was een van de eersten die corona kreeg, vier dagen lang was ik totaal van de kaart. Niemand wist toen nog echt wat het was, maar de verzorging liep met een grote boog en met mondkapjes op om me heen. En toen ik hier net woonde kreeg ik een nieuwe schouder. Van de artrose had ik al vijf jaar niet te hebben pijn in mijn arm. De dokter wilde mij niet opereren omdat ik de 80 al was gepasseerd. Toen ik zei dat ik een heleboel lezingen moest geven, bekeek hij mijn website en concludeerde hij dat ik vol in het leven stond. Toen durfde hij het wel aan. Nu kan ik de Hitlergroet weer brengen.’ (Steekt haar arm in de lucht.)

[…] Om aan de voogdij van haar vader te ontkomen, met wie Berk een uitzonderlijk slechte relatie heeft, geeft haar moeder haar op haar sterfbed toestemming voor een opleiding in het Stads- en Academisch Ziekenhuis in Utrecht, het ziekenhuis waar haar moeder tot aan haar dood wordt verpleegd. In die jaren duurt de voogdij tot je 21ste en met de drie jaar durende opleiding tot verpleegster overlapt ze de periode tot haar officiële zelfstandigheid.

[…]

Maar toneelspelen trekt haar meer dan verpleging. Ze wordt toegelaten op de Toneelschool. Drie weken na de start van de opleiding blijkt ze zwanger te zijn van Ernst Moritz Berk, haar eerste man met wie ze in 1954 trouwt. Ze krijgen drie kinderen: Peter, Martijn en Marleen. In 1955 maakt ze haar debuut bij Wim Kan en speelt later met zo’n beetje alle grote sterren van het Nederlandse toneel – Ramses Shaffy, Willem Nijholt, Jasperina de Jong.

In 1962, ze is inmiddels gescheiden, trouwt ze voor de tweede keer, met componist en theatercollega Ruud Bos. Met hem krijgt ze nog twee kinderen: Ruud Jan en Willem. Als ze bijna 60 is verlaat Bos haar.

[…]

Later, tijdens de tweede feministische golf, werd er al helemaal niet positief over het moederschap gedacht.

‘Ik vind de tweede golf een nepgolf. Arrogant. Ik ken genoeg feministen uit die tijd die later spijt kregen dat ze geen moeder waren geworden en snel nog even een ei lieten bevruchten, bang om de boot te missen.
‘Ik ben bij Betty Friedan (Amerikaanse feminist, red.) in huis geweest, een ontzettend leuke vrouw…’

Maar we hebben het over u. U bent een feminist, zei u.

‘Absoluut. Ik ben het, maar niet opzettelijk. Ik kan niet anders. Dat komt door mijn moeder en mijn oma. Ik kom uit de klei en vond de tweede golf te bedacht – elitair, modieus. Na 25 jaar dachten ze dat ze klaar waren, dat ze iets hadden bereikt. Maar het is nog helemaal niet klaar. […]
‘Joke Smit, de Dolle Mina’s, de Man Vrouw Maatschappij, het is allemaal relevant geweest. Maar ik ben geen feminist omdat ik ergens bij wilde horen, maar omdat ik ben gevormd door vrouwen: mijn oma, mijn moeder, mijn vrouwelijke collega’s en vriendinnen. Vrouwen zijn het bindmiddel van mijn leven, zij hebben mij erdoorheen getrokken.’