Bijen en andere bestuivers ernstig bedreigd, nieuwe telmethode moet helpen
Langzaam een halve kilometer lopen en tellen hoeveel bijen en andere bestuivende insecten je ziet: door heel Europa worden vrijwilligers daar nu in getraind. Bestuivers hebben het namelijk moeilijk en dat bedreigt volgens de Europese Commissie ook onze voedselzekerheid, ons welzijn en de economie. In 2030 wil de Commissie het tij keren en daar moet een nieuw monitoringsnetwerk bij helpen.
Mensen profiteren dagelijks van het werk van deze insecten. Zo’n 4 op de 5 voedselgewassen en bloeiende wilde planten in Europa zijn (deels) afhankelijk van bestuiving door duizenden soorten insecten, stelt de Europese Commissie. Daarmee leveren ze een belangrijke bijdrage aan de landbouwopbrengsten én dragen ze bij aan de gezondheid en veerkracht van ecosystemen.
Maar de bestuivende insecten staan onder druk. Afgelopen decennia daalden hun aantallen en de diversiteit ervan dramatisch, schrijft de Commissie. “Veel soorten zitten op de rand van uitsterven.”
Onderzoeksinstituten uit meerdere EU-lidstaten zetten nu een netwerk op waarin vrijwilligers en professionals monitoren hoe de aantallen wilde bijen, vlinders, zweefvliegen en motten zich ontwikkelen. Dat doen ze regelmatig, over een langere periode en allemaal op dezelfde manier.