Ook zonder schandaal kan het zo niet langer meer met het toeslagenstelsel

Commentaar Volkskrant
Een overheid kan het zich niet permitteren dat honderdduizenden mensen in financiële onzekerheid verkeren vanwege een overheidsregeling.
In het rumoer van de verkiezingscampagne dreigt het bericht wat onder te sneeuwen, maar dat is onterecht: de NOS meldde dat de Belastingdienst in het afgelopen jaar 658 duizend keer geld moest terugvragen van mensen die te veel aan toeslagen hadden ontvangen. Vaak gaat het om aanzienlijke bedragen.
Het is een groeiend probleem, omdat steeds meer mensen gebruikmaken van een toeslag. In tien jaar tijd verdubbelde het jaarlijkse bedrag dat wordt uitgekeerd naar 21 miljard euro. De coronatijd heeft het probleem verergerd. De overheid zette de terugvorderingen van een miljoen te hoge toeslagen toen tijdelijk op pauze om te voorkomen dat mensen in economisch onzekere tijden nog dieper in de problemen zouden komen. Daardoor zijn er schulden blijven staan.
Voor de goede orde: dit is geen toeslagenschandaal zoals dat enkele jaren geleden werd blootgelegd, met duizenden mensen die onterecht door de Belastingdienst werden aangepakt. Maar het probleem dat zich hier manifesteert is intussen nauwelijks minder ernstig: een overheid kan het zich simpelweg niet permitteren dat honderdduizenden mensen in financiële onzekerheid verkeren vanwege een overheidsregeling.
Wat twee decennia geleden nog een modern en klantvriendelijk model leek – voor iedere zelfredzame burger een hoogstpersoonlijke toeslag, zelf aan te vragen – is voor te veel mensen een onneembaar bastion geworden. De hang naar maatwerk is ongeschikt gebleken voor de sociale zekerheid. Met de kinderbijslag en de ouderdomsuitkering AOW zijn nooit grote uitvoeringsproblemen ontstaan, omdat de regelingen overzichtelijk, uniform en begrijpelijk zijn. Bij de toeslagen is de kans op fouten te groot. En omdat het voor vele mensen ook nog eens gaat om aanzienlijke delen van het huishoudbudget, kan zo’n fout al snel tamelijk desastreuze gevolgen hebben.
De overheid is hier onvoorspelbaar en dat is precies wat een overheid niet mag zijn. Mensen die met de beste bedoelingen hun weg hebben proberen te vinden in ingewikkelde regelingen, voelen zich weggezet als fraudeur. Vaak ontbreekt het aan uitleg over wat er mis is gegaan. De Belastingdienst zelf is al jaren zo overbelast door al het rekenen, herberekenen en het rondpompen van alle miljarden, dat elke voorgestelde wijziging van het belastingstelsel het predikaat ‘onuitvoerbaar’ krijgt.
Zo zijn we in een vicieuze cirkel beland. Maar daar mag de politiek zich uiteraard niet bij neerleggen. Het goede nieuws: de verkiezingsprogramma’s zijn veelbelovend, met nogal wat potentiële regeringspartijen die pleiten voor een belastinghervorming die de toeslagen overbodig maakt. De kanttekening is dat dat twee jaar geleden ook al zo was en dat er destijds in de formatie uiteindelijk bar weinig van terecht is gekomen.
Dat is wel de plek waar het moet gebeuren. Iedereen snapt dat een belastinghervorming complex is en dus niet even snel geregeld wordt, maar het instellen van een staatscommissie die binnen een jaar een blauwdruk op tafel legt, is wel het minste wat in de komende formatie geregeld zou moeten worden. Ook het nieuwe kabinet heeft er alle belang bij dat het niet achtervolgd wordt door berichten over goedwillende burgers die vastlopen in dit door de overheid gecreëerde moeras.