In de strijd tegen leegstaande woningen kunnen gemeenten voortaan belasting opleggen aan pandeigenaren

Woningnood Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde dinsdag voor de zogeheten leegstandbelasting. Gemeenten kunnen die heffen als een huis langer dan een jaar leegstaat, maar krijgen veel vrijheid bij de interpretatie van de maatregel.
Gemeenten kunnen voortaan belasting heffen op pandeigenaren die woningen langer dan een jaar leeg laten staan. De Tweede Kamer heeft dinsdagmiddag ingestemd met een amendement dat deze zogenoemde leegstandbelasting mogelijk maakt. Het voorstel van GroenLinks-PvdA kreeg steun van PVV, NSC, SP, Partij voor de Dieren, Denk, Volt, D66 en ChristenUnie.
De leegstandbelasting „is noodzakelijk omdat in Nederland 180.000 woningen leegstaan, waarvan meer dan 60 duizend langer dan een jaar”, aldus Tweede Kamerlid Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA), de indiener van het voorstel. „In een tijd van woningnood, waarin veel mensen grote moeite hebben een woning te vinden, is dat moeilijk uit te leggen”, schrijft Stultiens.
De leegstandboete is een nieuw instrument dat gemeenten voorhanden krijgen om meer woningaanbod te realiseren. Gemeentebesturen krijgen veel vrijheid in hun omgang met de heffing.
Gemeenten kunnen er ook voor kiezen geen leegstandbelasting in te voeren. Aanvankelijk is de maatregel uitsluitend van kracht bij leegstaande woningen. Later kan dit worden uitgebreid naar andere leegstaande panden. In België bestaat al een boete op leegstand.
Naast de partijen in de Tweede Kamer die voorstemden, is ook de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) pleitbezorger van de leegstandboete. De Woonbond en Jongerencoalitie reageren eveneens positief op de ‘leegstandboete’.
„Dit besluit biedt gemeenten een krachtig middel om leegstand aan te pakken en woningen beschikbaar te maken voor mensen die dringend een huis zoeken”, schrijft de Woonbond. „Het is een belangrijk signaal dat woonruimte er is om in te wonen, niet om leeg te laten staan”, reageert voorzitter Zeno Winkels.