Als iemand de achterstand van statushouders zou kunnen opheffen, is het minister Keijzer zelf

COMMENTAAR Volkskrant
Het kabinet wil af van de voorrang van statushouders op de woningmarkt, maar doet weinig om te voorkomen dat dat tot problemen leidt.
Het oordeel van de Raad van State over het schrappen van de voorrang voor statushouders op de woningmarkt (‘ongelijke behandeling’) moet minister Keijzer rauw op het dak zijn gevallen. Onlangs verwees zij zelf een poging van de PVV om het voorrangsbeleid aan te pakken met een soortgelijk oordeel naar de prullenbak: ‘Dit is discriminerend.’ Nu krijgt zij zelf dat verwijt.
Voor de duidelijkheid is het goed om beide wetsvoorstellen uit elkaar te trekken. Ze richten zich allebei op de huidige mogelijkheid om bepaalde groepen voorrang te geven bij de verdeling van sociale huurwoningen. Dat gaat bijvoorbeeld om mensen die vanwege huiselijk geweld met spoed een andere woonplek zoeken, slachtoffers van woningbranden, ex-gedetineerden of kwetsbare gezinnen met jonge kinderen.
De PVV trachtte voor de zomer de wet zo te herschrijven dat het voor gemeenten verboden zou worden om statushouders – mensen die met succes asiel hebben aangevraagd – op wat voor manier dan ook voorrang te verlenen. Dus ook niet als hun huis is afgebrand of als ze slachtoffer zijn van geweld. Een Kamermeerderheid stemde in. Het was zo’n moment waarop de voorstemmers (PVV, VVD, BBB, SGP, FvD, JA21) lieten zien dat ze zich steeds minder gelegen laten liggen aan de rechtsorde. Dat de PVV hier het recht op gelijke behandeling schendt, is immers volkomen duidelijk.
Keijzers eigen wetsvoorstel is genuanceerder. Zij wil geen verbod op het verlenen van voorrang voor statushouders. Wel wil ze dat er geen voorrang meer wordt gegeven vanwege het enkele feit dat iemand statushouder is. Iemand moet om andere redenen onder de doelgroepen vallen om nog voorrang te krijgen.
In Keijzers ogen stuurt ze niet aan op ongelijke behandeling, maar juist op gelijke behandeling van statushouders en andere burgers, die ook vaak lang moeten wachten op een huurwoning. De Raad van State protesteert omdat statushouders wel degelijk achterstand hebben. Zij hebben geen wachttijd kunnen opbouwen, geen sociaal netwerk, zijn de taal niet machtig zijn en beschikken niet over huisvesting van waaruit zij een woning kunnen zoeken. Mensen een voorrangspositie ontnemen waardoor zij belanden in een achterstandspositie is alsnog ongelijke behandeling, zo waarschuwt de Raad.
Als iemand die achterstand zou kunnen opheffen, is het de minister die over de woningbouw gaat. Keijzer belooft dan ook dat voor statushouders tijdelijke woningen en andere noodoplossingen zullen worden geregeld. Jammer genoeg is Keijzer tegelijkertijd van de BBB, de partij die er maar niet in slaagt met werkende stikstofmaatregelen te komen en daardoor de woningbouw nogal in de weg zit.
De Raad van State denkt dan ook niet dat die woningen er snel zijn. Op de vraag waar gemeenten in de tussentijd naartoe moeten met de mensen die zij van het kabinet wel moeten opnemen, maar voor wie zij geen woonruimte meer ter beschikking mogen stellen, heeft Keijzer vooralsnog geen antwoord weten te geven.
Je zou haast gaan denken dat het eigenlijke doel is om de chaos rond de opvang van statushouders nog wat verder te vergroten zodat het asielvraagstuk zo hoog mogelijk op de politieke agenda blijft staan.