De wooncrisis is alleen op te lossen als de geluksvogels een beetje inschikken

Modern apartment building” by DennisM2 is licensed under CC CC0 1.0

Column De wooncrisis kent niet één oplossing. Om de nood te verzachten zal het gros van Nederlanders moeten inleveren, ziet Marike Stellinga.

Waarom zit Nederland in een wooncrisis? Door de hypotheekrenteaftrek? Door het overlaten van onze huisvesting aan de markt? Of juist door het beknotten van de markt? De verkiezingscampagne is nog maar net begonnen, maar nu al dreigt een van de meest gecompliceerde problemen van Nederland teruggebracht te worden naar simpele oplossingen en oorzaken. Linkse partijen zien het probleem bij te veel markt en de hypotheekrenteaftrek. Rechtse partijen bij te weinig markt en absoluut niet bij de renteaftrek.

Marike Stellinga
© Marike Stellinga
© NRC

Terwijl dé oplossing niet bestaat. Om de wooncrisis te verzachten zijn veel ingrepen nodig, benadrukken economen en adviesorganen, óók impopulaire. Want Nederlandse regeringen hebben door goedbedoelde hulp voor huurders en huizenbezitters een gemankeerd bouwwerk in elkaar geknutseld – een voor nieuwe woningzoekers onneembare vesting die ontwikkelaars te weinig aanspoort. En die tot grote verschillen leidt.

De kern van het probleem is gek genoeg dat het gros van Nederland helemaal geen last heeft van een wooncrisis. Die wonen prima en in de regel redelijk betaalbaar. Omdat ze al een koophuis hebben (59 procent van alle woningen) of een sociale huurwoning (31 procent van de woningen). Beide groepen krijgen veel subsidie, Europees vergeleken. Nederland heeft veel sociale huurwoningen: het gemiddelde in de EU is maar 8 procent. Daarnaast geeft Nederland uitzonderlijk veel belastingvoordeel aan kopers van huizen, constateert de OESO. Bij beide groepen dalen sinds 2018 de gemiddelde woonlasten ten opzichte van het inkomen.

Maar wie daarbuiten valt, komt er steeds moeilijker tussen. Er zijn lange wachtlijsten voor sociale huur. Er is een tekort aan woningen. En dat drijft de huizenprijzen en de huren in de vrije sector op. Waardoor het nog moeilijker wordt om te huren of voor het eerst een huis te kopen.

De dupe zijn jonge mensen die hun eerste huis zoeken, mensen die plots moeten huren (door bijvoorbeeld een scheiding) en mensen die te weinig verdienen voor een koophuis en te veel voor sociale huur. Die zijn aangewezen op de vrije huursector – maar 10 procent van alle woningen, Europees bezien weinig. Terwijl juist die huurmarkt als een vluchtheuvel en een ventiel kan dienen voor een overspannen woningmarkt.