Afrikaanse identiteit overstijgt de door kolonisatoren opgelegde grenzen

De soms loodrechte lijnen die kolonisatoren trokken in Afrika, verscheuren tot op de dag van vandaag gemeenschappen. Het is aan de bewoners om zich te realiseren dat deze grenzen niet de hunne zijn, schrijft Ptah Ankh Re.
Onlangs meldde het Algemeen Dagblad dat Afrika op standaardkaarten veel kleiner lijkt dan het werkelijk is. Afrika is namelijk vijftien keer groter dan Groenland, in plaats van even groot. Deze vervormingen zijn geen technische bijzaak, maar onderdeel van een eeuwenoud patroon waarbij cartografie als machtsinstrument wordt ingezet. Elke kaart draagt een ideologie.
Nergens werd dit verwoestender toegepast dan bij de koloniale verdeling van Afrika. Tijdens de winter van 1884 en 1885 kwamen in Berlijn veertien Europese machten bijeen om de regels vast te stellen voor de verdeling van Afrika. Geen enkele Afrikaanse leider werd gehoord. Binnen enkele maanden werd het juridische raamwerk gecreëerd waarmee een heel continent kon worden verdeeld alsof het een taart was.
Over de auteur
Ptah Ankh Re is schrijver, gespecialiseerd in Afrikaanse geschiedenis en gemeenschapsvorming.
Afrikaanse eenheid

Deze Berlijnse Conferentie was niet alleen een politieke machtsdeling, maar ook de cartografische executie van Afrikaanse eenheid. Wat het potlood als wapen zo effectief maakte, was niet de getrokken lijn zelf, maar het feit dat die lijnen later door Afrikanen geïnternaliseerd werden. Generaties gingen zichzelf definiëren aan de hand van kunstmatige grenzen, hun identiteit bevestigen met paspoorten die hun bewegingsvrijheid beperken, vlaggen zwaaien die hun verdeeldheid symboliseerden.
Een ketting voel je, een zweep doet pijn, een geweer is zichtbaar. Maar een lijn op een kaart? Die sluipt ongemerkt het bewustzijn binnen. Binnen enkele generaties lijken grenzen vanzelfsprekend, alsof ze natuurlijk of eeuwig zijn. We vergeten dat elke grens een keuze is, elk land een constructie, elke nationaliteit een verhaal dat door macht is opgelegd.
