Tolga Koklu moet als nieuwe politiechef van Rotterdam veilige werkcultuur creëren

Tolga Koklu – politie eenheidschef Rotterdam © Foto Politie Rotterdam

Tolga Koklu (55) treedt op 1 september aan als nieuwe politiechef van Rotterdam. Hij staat voor de uitdaging om een veilige, inclusieve werkcultuur te bewerkstelligen binnen een eenheid die met interne schandalen worstelde.

‘Ik weet uit ervaring hoe belangrijk het is dat mensen zich gezien voelen. In een sterke politieorganisatie worden verschillen gewaardeerd en kan iedereen veilig zijn werk doen.’ Politieleider Tolga Koklu zegt dat hij ‘met trots en een groot verantwoordelijkheidsgevoel’ aantreedt als de nieuwe politiechef van de eenheid Rotterdam.

Hij wil bijdragen aan het vertrouwen tussen politiemensen onderling, en tussen de politie en de samenleving. ‘Leiderschap betekent voor mij aanwezig zijn, luisteren, koers houden én ruimte geven aan vernieuwing.’

Schandalen

De Rotterdamse politie kwam de afgelopen jaren enkele keren in opspraak door schandalen. Intern werd geklaagd over racisme-gerelateerde pesterijen en vrouwonvriendelijk gedrag. De aanstelling van een Turkse Nederlander op de hoogste functie binnen de Rotterdamse eenheid lijkt in die context een statement, maar Koklu was er al directeur Operatiën en plaatsvervanger van de vertrekkende politiechef, Fred Westerbeke. Dat had niets te maken met zijn afkomst, maar alles met zijn kwaliteiten.

‘Tolga is natuurlijk wel een rolmodel voor veel jongeren’, zegt Paul van Musscher, die in Den Haag jarenlang nauw met Koklu heeft samengewerkt. ‘Hij laat zien: als je echt wilt, kun je veel bereiken. En Tolga heeft hard aan zichzelf gewerkt, het is hem allemaal niet komen aanwaaien.’

De nieuwe politiechef benadrukt zelf dat hij het als zijn opdracht ziet om te zorgen dat zijn eenheid meebeweegt in de snel digitaliserende en globaliserende wereld. De toekomstbestendigheid van de politie, zegt hij, ‘vraagt om leiderschap dat technologie en menskracht verbindt. Ik heb in uiteenlopende situaties gezien hoe data, technologie en internationale samenwerking het verschil kunnen maken in zowel de dagelijkse praktijk als in de opsporing.’